Bespreek eerst de didactische aanpak van de les.

Laat studenten eerst individueel of in tweetallen de voorbeeldles nog eens in hun hoofd terugspelen met behulp van het schema ‘Een les mondelinge taalvaardigheid op de opleiding’ (zie bijlage 2). In dat schema zijn de lesfasen reeds benoemd: oriëntatie, debat, ontwerpen en presentatie. Van de studenten wordt gevraagd om per fase de volgende aspecten te specificeren:

• activiteit van de student;
• taalvaardigheden die worden gevraagd en geoefend;
• didactiek; de begeleiding van de opleider.

Vervolgens bespreek je met de hele groep wat de studenten in het schema hebben genoteerd. Benadruk dat elke lesfase zijn eigen eisen stelt aan de inbreng (= taalvaardigheid) van studenten. Tevens stelt elke lesfase zijn eigen eisen aan de inbreng (zowel inhoudelijk als organisatorisch) van de opleider.

  
Bespreek vervolgens de betrokkenheid en motivatie aan de hand van vragen zoals:

• Wat vond je van de keuze van het onderwerp: de traditionele spreekbeurt?
• Was je gemotiveerd om over dit onderwerp te discussiëren en te presenteren?
• Wat vond je van de inbreng die jij als student kon hebben, met name in de aanloop (= oriëntatie, debat en ontwerp) naar de presentatie?
• Hoe denk je dat leerlingen in het primair onderwijs zullen reageren op deze aanpak?

  
Bespreek ten slotte de opbrengst van de les. Denk daarbij aan de volgende punten:

• kennis over de vaardigheid mondeling presenteren;
• inzicht in je eigen spreekvaardigheid;
• kennis over de didactiek van mondeling presenteren;
• relatie met het Referentiekader Taal en de Eindtermen Nederlands voor onderwijs in mondelinge taalvaardigheid;
• een aantal alternatieven voor de spreekbeurt op flap; deze kunnen desgewenst vermenigvuldigd worden (een taak die een student op zich kan nemen). Ze kunnen ook nog enige tijd ter inspiratie in het lokaal blijven hangen.