Log in
Je bent nog niet ingelogd. Log in met je Coutinho-account om toegang te krijgen tot je studiemateriaal.
Hoofdstuk 1
Er
Voorbeelden:
Is er een metro in jouw stad?
Nee, er is geen metro, maar er rijden wel trams.
Hoeveel lijnen zijn er?
Nou, er is een mooie kerk, je kunt een paar interessante musea bezoeken en er is een mooi park.
Is er geen strand en zee bij de stad?
In hoofdstuk 7 van Start.nl - deel 1 hebben we behandeld:
| zonder er (definiet subject) | met er (indefiniet subject) |
|---|---|
De woonkamer is twintig vierkante meter. Het appartement is op de derde verdieping. | Er woont een student naast mij. Er staan twee stoelen in de kamer. |
- Er gebruik je met ...?
In de dialoog heb je net gezien:
- Even kijken ... het zijn er vijf. Ja, in het centrum zijn er vijf.
Er + getal Ik heb twee koffers. Ik heb er twee. Hoeveel kinderen heb je? Ik heb drie kinderen. Ik heb er drie. |
Er + woord van hoeveelheid (geen, weinig, veel, een paar, ...) Ik spreek veel talen. Ik spreek er veel. Hoeveel Nederlanders ken je? Ik ken een paar Nederlanders. Ik ken er een paar. |