Hoofdstuk 6
Lokaal bestuur: de gemeente en de regio
-
Welke van de volgende stellingen met betrekking tot de gemeente is juist?
- De griffier en de gemeentesecretaris worden benoemd door de raad, de overige ambtenaren door het college.
- De griffier wordt benoemd door de raad en benoemt zelf zijn staf, de gemeentesecretaris en de overige ambtenaren worden door het college benoemd.
- De griffier en de ambtenaren worden benoemd door het college, de gemeentesecretaris door de raad.
- De griffier en zijn staf worden benoemd door de raad, de gemeentesecretaris en de overige ambtenaren door het college.
-
Wie wordt niet door de gemeenteraad benoemd?
- De griffier
- De wethouders
- De gemeentesecretaris
- Alle hiervoor genoemde personen worden wel door de raad benoemd.
-
Wat houdt bij gemeenten het non-interventiebeginsel in?
- Wethouders mogen zich formeel niet met elkaars portefeuille bemoeien.
- De informele regel dat wethouders zich zo min mogelijk bemoeien met elkaars portefeuille.
- Wethouders bemoeien zich niet met de portefeuille van andere wethouders voor zover het gaat om onderwerpen waar deze exclusieve bestuursbevoegdheid hebben.
- Geen van de antwoorden is juist.
-
Gemeenten hebben een ‘open huishouding’. Dat wil zeggen:
- De gemeenten zijn vrij om binnen hun totale budget zelf te bepalen waaraan zij welke middelen besteden.
- De gemeenten mogen elke taak ter hand nemen zolang de behartiging van die taken niet door een hogere regeling aan hun bemoeienis is onttrokken.
- De inkomsten van de gemeenten komen zowel van het rijk als van de burgers in de gemeente door plaatselijke belastingen.
- Overschrijdingen van het budget van de gemeenten zijn niet gebonden aan monetaire regels zoals die voor nationale overheden in de eurozone gelden.
-
Wat wordt met een presidium in de gemeente bedoeld?
- Het college van B en W en de gemeentesecretaris.
- Een commissie uit de raad die bepaalt waar en op welke wijze voorstellen van het college of van raadsleden worden behandeld.
- De gezamenlijke fractievoorzitters en de burgemeester, die de agenda voor de raadsvergaderingen samenstellen.
- Het overleg van de gemeentesecretaris en griffier om de agenda’s van B en W en de gemeenteraad op elkaar af te stemmen.
-
Het gemeentebestuur bestaat uit:
- Gemeenteraad, college van B en W, en (eventueel) door deze organen ingestelde commissies.
- De fractievoorzitters van de partijen in de gemeenteraad en het college van B en W.
- De raadsleden van de coalitiepartijen in de gemeenteraad en het college van B en W.
- De gemeenteraad, het college van B en W, de burgemeester en (eventueel) door deze organen ingestelde commissies.
-
Welke organisatie is geen onderdeel van een veiligheidsregio?
- Gemeente
- De politie
- Het Openbaar Ministerie
- De geneeskundige hulpverlening
-
Wanneer vinden in de gemeente tussentijdse verkiezingen plaats?
- Alleen naar aanleiding van een gemeentelijke herindeling.
- Wanneer het gehele college ten val komt of na een gemeentelijke herindeling.
- Wanneer het gehele college ten val komt en er geen nieuw college gevormd kan worden.
- Wanneer het college ten val komt en de meerderheid van de raad nieuwe verkiezingen wil.
-
Het dagelijks bestuur van een gemeente berust bij:
- Het college van B en W
- De gemeenteraad
- De burgemeester
- De gemeenteraad en de gemeentesecretaris
-
Welke stelling is juist?
- De bevoegdheden van het college zijn sinds 2002 wettelijk vastgesteld.
- In zeer kleine gemeenten is er geen locoburgemeester.
- Van het college van B en W heeft alleen de burgemeester stemrecht in de raad.
- Sinds 2003 is een bindend referendum mogelijk.
-
Op welk terrein mag de gemeente geen eigen beleid voeren?
- Economisch beleid
- Inkomensbeleid
- Infrastructuur
- Volksgezondheidsbeleid
-
Wie is in de gemeente belast met de handhaving van de openbare orde en de veiligheid?
- Burgemeester
- College van B en W
- Hoofdcommissaris van politie
- Gemeenteraad
-
Welke van de volgende stellingen is juist?
I. De burgemeester wordt voor een periode van vier jaar benoemd door de regering.
II. De burgemeester is voorzitter van de gemeenteraad en voorzitter van het college van B en W.- Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
- Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
- Beide stellingen zijn juist.
- Beide stellingen zijn onjuist.
-
Wat wordt bedoeld met collegiaal bestuur in gemeenten?
- Wethouders vallen elkaar niet af.
- Het college van B en W is als geheel verantwoordelijk voor het gevoerde beleid.
- Wethouders helpen en ondersteunen elkaar.
- De leden van het college van B en W werken zo veel mogelijk samen.
-
Welke van de volgende stellingen is juist?
- De gemeentesecretaris is hoofd van de gemeentelijke organisatie en de griffier ondersteunt het college van B en W.
- De griffier is hoofd van de gemeentelijke organisatie en de gemeentesecretaris ondersteunt het college van B en W.
- De gemeentesecretaris ondersteunt de gemeenteraad en de griffier ondersteunt het college van B en W.
- De gemeentesecretaris ondersteunt het college van B en W en de griffier ondersteunt de gemeenteraad.
-
Welke van de volgende stellingen is juist?
I. Gemeenschappelijke regelingen hebben eigen bestuurlijke bevoegdheden.
II. Gemeenteraden bepalen het beleid van gemeenschappelijke regelingen.- Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
- Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
- Beide stellingen zijn juist.
- Beide stellingen zijn onjuist.
-
Welke van de volgende stellingen is juist?
I. Leden van nationale en lokale politieke partijen, maar ook individuele burgers kunnen zich verkiesbaar stellen voor de gemeenteraadsverkiezingen.
II. De omvang van de gemeenteraad is afhankelijk van het aantal inwoners en het aantal raadszetels is altijd oneven.- Stelling I is juist, stelling II is onjuist.
- Stelling II is juist, stelling I is onjuist.
- Beide stellingen zijn juist.
- Beide stellingen zijn onjuist.
-
Gemeenschappelijke regelingen zijn een vorm van verlengd lokaal bestuur. Welke invloed hebben burgers op de besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen?
- Burgers kiezen de bestuursorganen van gemeenschappelijke regelingen.
- Burgers zijn rechtstreeks vertegenwoordigd in de bestuursorganen van gemeenschappelijke regelingen.
- Burgers hebben geen invloed.
- Burgers hebben alleen indirect invloed, via gemeenteraden.