Paragraaf 4.2 sluiten
4.6
Bekijk globaal de tussendoelen voor groep 1/2 en groep 3/4 (zie 'Links en bijlagen' op deze website).
– Ga na aan welke kern- en tussendoelen meester Daniël met zijn dinosaurusproject heeft gewerkt.
– Aan welke andere kern- en tussendoelen had meester Daniël met zijn dinosaurusproject misschien ook aandacht kunnen besteden?
– Aan welke kern- en tussendoelen kun je met het thema ‘kleine beestjes’ aandacht besteden? Leg bij elk doel kort uit hoe.
4.7
De doelen van Basisontwikkeling zijn geïnspireerd op de Vygotskiaanse visie op leren en ontwikkeling. Op welke punten zie je die invloed van Vygotski? (Zie paragraaf 2.3.2.)
4.8
Aan welke doelen van Basisontwikkeling besteedt meester Daniël met het dinosaurusproject aandacht? Aan welke doelen uit de cirkel had hij misschien ook aandacht kunnen besteden?
4.9
Het Ervaringsgericht Onderwijs (zie paragraaf 4.2.3) heeft twee hoofddoelen: welbevinden en betrokkenheid. Stelling: Het werken met doelen kan welbevinden en betrokkenheid belemmeren. Geef aan waarom je het wel/niet eens bent met deze stelling of met welke delen van de stelling je het eens/oneens bent. Gebruik relevante informatie uit dit hoofdstuk.
4.10
Een goed contact tussen ouders en pedagogisch medewerkers versterkt het gevoel van emotionele veiligheid (zie paragraaf 4.2.4). Denk je dat dit ook voor kleuters geldt? Praat hierover met medestudenten en met je mentor.
4.11
Als je kinderen wilt leren moreel juist te handelen (zie paragraaf 4.2.4), heb je zelf ook morele competenties nodig. Ga voor jezelf na welke morele competenties je al bezit en welke je nog wilt verwerven.