Nederlands in actie

Log in

Je bent nog niet ingelogd. Log in met je Coutinho-account om toegang te krijgen tot je studiemateriaal.

Extra opdrachten

Hoofdstuk 1

Werkwoorden - Opdracht 1

Onregelmatige werkwoorden

Imperfectum » presens
Zet de zinnen in het presens.

Als je het antwoord niet weet, kun je op ‘hint’ klikken.
Klik op ‘controleer’ als je klaar bent.

Voorbeeld:
Hij ging bij een toneelclub.
Hij gaat bij een toneelclub.

1. Simon dacht aan een stage bij een tandarts.
Simon aan een stage bij een tandarts.

2. Wij begonnen in januari met het onderzoek.
Wij in januari met het onderzoek.

3. Sofia kocht een grote auto om indruk te maken.
Sofia een grote auto om indruk te maken.

4. Ik moest nog een tijdschrift kopen.
Ik nog een tijdschrift kopen.

5. Hij vroeg het recept van de wafels.
Hij het recept van de wafels.

6. Ze zat uren aan de telefoon.
Ze uren aan de telefoon.

7. Waarom bleven jullie niet langer?
Waarom jullie niet langer?

8. Miriam dronk graag bittere koffie.
Miriam graag bittere koffie.

9. Laura ging psychologie studeren.
Laura psychologie studeren.

10. Ze hielp andere studenten met hun keuzes.
Ze andere studenten met hun keuzes.