1 | Vanochtend ga ik niet skiën want het is erg koud en het sneeuwt. |
2 | Mijnheer Luyten doceert Nederlands en Frans aan het universiteit. |
3 | Angela komt uit Milaan maar woont niet in Italië. |
4 | Ik voel me echt slecht. Ik heb keelpijn en koorts. |
5 | Het weer in het noorden is mooi: de zon schijnt en het is warm. |
6 | Ik ben Franco. Ik ben Italiaan en woon in Pisa. Ik werk op een camping. |
7 | Als ik op vakantie ga, huur ik een appartement of ga ik naar een B&B. |
8 | Ik neem een aspirine omdat ik een vreselijk hoofdpijn heb. |
9 | Het is hondenweer: het is koud, het regent en het waait. |
10 | Dokter Sacchi werkt in een ziekenhuis in Napels. |
|