oefeningen
Zelftoets
Kies het juiste antwoord.
-
In hoofdstuk 1 worden drie toonaangevende imago-onderzoeken besproken. Hierbij kan worden geconcludeerd dat de uitkomsten niet volledig representatief zijn. Wat is de reden dat deze onderzoeken niet volledig representatief zijn?
- De beeldvorming van het algemene publiek wordt buiten beschouwing gelaten.
- De onderzoeken beperken zich tot de identiteit van organisaties.
- De onderzoeken zijn te veel gericht op emoties en te weinig op zakelijke aspecten.
-
In hoofdstuk 1 wordt het Behind the Brands-onderzoek van Oxfam besproken. Hieruit blijkt dat claims van duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen door organisaties moeilijk te controleren zijn. Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak?
- Er bestaan geen richtlijnen waarop dergelijke claims getoetst kunnen worden.
- Organisaties weten niet hoe ze dergelijke claims inzichtelijk kunnen maken.
- Organisaties zijn niet transparant over hun agrarische productieketens.
-
De corporate identity van een organisatie is opgebouwd uit vijf bouwstenen. Wat is géén bouwsteen voor de corporate identity?
- Doelgroep.
- Positionering.
- Waarden.
-
Binnen de cultuur van een organisatie wordt onderscheid gemaakt tussen vier vormen van cultuur. Welke cultuur kenmerkt zich door innovatieve initiatieven en een pionierspositie?
- Adhocratiecultuur.
- Hiërarchische cultuur.
- Marktcultuur.
-
Wat is een verschil tussen de visie en de missie van een organisatie?
- De visie beschrijft waar de organisatie voor staat, de missie beschrijft waar deze voor gaat.
- De visie is een haalbaar doel, de missie een toekomstdroom.
- De visie is gericht op de omgeving, de missie op de organisatie.
-
Automerk Mercedes hecht veel waarde aan zijn ontstaansgeschiedenis en investeert veel in zijn interne organisatie. Op welke positie binnen de positioneringsindex wordt Mercedes op basis van deze beschrijving geplaatst?
- Focus op efficiëntie.
- Focus op innovatie.
- Focus op zekerheid.
-
Er worden drie typen identiteitsvormen beschreven. Met welke identiteitsvorm wordt beschreven hoe werknemers de identiteit interpreteren?
- Gepercipieerde identiteit.
- Gewenste identiteit.
- Overgedragen identiteit.
-
Waarom spreken we over mentaliteitsgroepen in plaats van doelgroepen?
- De consument is niet langer het doel van organisaties.
- De consument kan niet meer worden ingedeeld op basis van afkomst, leeftijd en geslacht.
- De sociale status van de consument staat centraal, als onderdeel van de mentaliteit.
-
Wanneer mensen op vakantie gaan, wordt de beslissing over de bestemming steeds meer beïnvloed door wat andere consumenten van deze bestemming vinden. Welk type beïnvloeding van Cialdini wordt hier beschreven?
- Autoriteit.
- Sociale bewijskracht.
- Wederkerigheid.
-
Een veelgebruikte methode om de omgeving in kaart te brengen is de DESTEP-analyse. Welke factor beschrijft onder andere de geloofsovertuiging?
- Demografie.
- Economie.
- Sociaal-cultureel.
-
De waardeneconomie heeft een duidelijke verschuiving teweeggebracht van materiële waarden naar immateriële waarden. Wat is een voorbeeld van een immateriële waarde?
- Kwaliteit.
- Prijs.
- Vertrouwen.
-
De value-fit komt tot stand door de confrontatie van waarden. Welke waarden worden hierbij met elkaar geconfronteerd?
- Maatschappelijke waarden met organisatiewaarden.
- Consumentenwaarden met organisatiewaarden.
- Consumentenwaarden met immateriële waarden.
-
Volgens het interactiemodel is imago géén directe afspiegeling van de identiteit. Waarom niet?
- De identiteit en het imago zijn lang niet altijd aan elkaar gelijk.
- De identiteit is juist een directe afspiegeling van het imago.
- De identiteit wordt volledig bepaald door de consument.
-
Wat is het grootste verschil tussen branding en imago-ontwikkeling?
- Bij imago-ontwikkeling worden invloeden van het gedrag van moederorganisaties op dochterorganisaties meegenomen, bij branding niet.
- Branding is merkoverstijgend, imago niet.
- Imago vormt een onderdeel van branding, niet andersom.
-
Stel: een klant van de Nederlandse Energie Maatschappij (NLE) krijgt gratis zonnepanelen voor verlenging van het contract. Een installateur van de NLE komt de panelen installeren. De installateur komt te laat voor zijn afspraak en is vervolgens erg onbeleefd tegen de klant. De klant besluit het verder niet door te vertellen, maar heeft er een ontevreden gevoel aan overgehouden. Welke term beschrijft deze indruk het best?
- Identiteit.
- Imago.
- Reputatie.
-
Het inzichtelijk maken van producteigenschappen door de aanbieder noemen we producttransparantie. Welke productvorm beschrijft de emotionele waarde van een product?
- Fysieke product.
- Totale product.
- Uitgebreide product.
-
Apple heeft een patentaanvraag ingediend voor een smartwatch, waarbij gebruik wordt gemaakt van een flexibel scherm. Welke vorm van authenticiteit wordt hiermee beschermd?
- Natuurlijke authenticiteit.
- Oorspronkelijke authenticiteit.
- Uitzonderlijke authenticiteit.
-
Een kanttekening bij authenticiteit beschrijven Pine en Gilmore als de authenticiteitsparadox. Wat is waar over deze paradox?
- Het gaat er niet om als authentiek gepercipieerd te worden, maar om authentiek te zijn.
- Het is moeilijker om authentiek te zijn als je niet zegt dat je authentiek bent.
- Iedere vorm van commercie of marketing is in principe niet-authentiek.
-
Een ontwikkeling binnen vraaggerichte communicatie is Customer Managed Relationships (CMR), als tegenhanger van Customer Relationship Management (CRM). Wat is het voornaamste verschil tussen CMR en CRM?
- Bij CMR wordt de boodschap direct overgedragen aan de individuele consument.
- Bij CMR wordt de relatie gebaseerd op klanttevredenheidsonderzoeken.
- Bij CMR wordt de relatie aangegaan en onderhouden door de consument.
-
Wat is het verschil tussen crowdsourcing en cocreatie?
- Bij crowdsourcing gaat het om het uitbesteden van taken aan de consument, bij cocreatie wordt er daadwerkelijk samengewerkt met de consument.
- Bij crowdsourcing spreken we over prosumenten, bij cocreatie niet.
- Bij crowdsourcing wordt de innovatie gefinancierd door de crowd, bij cocreatie wordt de innovatie samen met de organisatie gefinancierd.
-
Binnen de sociologie wordt gebruikgemaakt van de term 'de formatieve periode’. Welke levensfase wordt hiermee aangeduid?
- 5 – 15 jaar.
- 15 – 25 jaar.
- 25 – 35 jaar.
-
Op basis van een grootschalig Europees onderzoek over mediaconsumptiepatronen en merkgedrag onder meer dan 10.000 consumenten, zijn vier targetgroepen geïdentificeerd op basis van het socialmediagedrag. Deze targetgroepen kunnen gekoppeld worden aan generaties. Wat is de juiste koppeling?
- Cheerleaders – Generatie Z.
- Loyalisten – Generatie X.
- Opportunisten – Generatie Y.
-
De innovatietheorie van Rogers beschrijft verschillende gebruikersgroepen. Welke gebruikersgroep is het minst bereid om risico’s te nemen?
- Innovators.
- Laggards.
- Late majority.
-
Welke ontwikkeling is waar over dataservice?
- Deze ontwikkeling maakt de gekoppelde services ondergeschikt aan het bijbehorende product.
- Door deze ontwikkeling is het mogelijk dat consumenten alleen betalen voor de service en het bijbehorende product er gratis bij krijgen.
- Door deze ontwikkeling wordt het overstappen tussen producten eenvoudiger.
-
Wat is waar over het principe van laddering?
- Door middel van laddering kunnen waarden worden vertaald naar attributen en vice versa.
- Door middel van laddering kunnen waarden worden vertaald naar attributen, niet andersom.
- Laddering wordt ingezet om attributen over te dragen.
-
Bij invloedrijke authenticiteit gaat het om transformaties: de consumptie van een product, dienst of boodschap zet aan tot verandering. Voor welke waardenindex(en) is deze vorm van authenticiteit belangrijk?
- Moderne immateriële waarden.
- Moderne materiële waarden.
- Zowel moderne materiële waarden als moderne immateriële waarden.
-
‘Rennen is saai. Wij willen het daarom leuker maken. En creatiever. Daarom ontwikkelde we de Nike + Graffiti Challenge. Door de ontwikkeling van een revolutionaire Facebook-applicatie ben je in staat om je looproutes op een kaart van de stad te tekenen. Oftewel, Virtual Graffity. Nodig je vrienden uit en loop mee!’ Welk element geeft antwoord op de waarom-vraag uit de Golden Circle?
- De ontwikkeling van een revolutionaire Facebook-applicatie.
- Nodig je vrienden uit en loop mee.
- Rennen is saai.
-
Wat is waar over het begrip ‘narrafication’ ?
- Narrafication is hetzelfde als storytelling.
- Narrafication is het verhalend maken van de boodschap.
- Narrafication wordt volledig uitgedragen door beelden.
-
Welke uitspraak over het imagoscript is waar?
- Het gaat bij het imagoscript om een globale invulling.
- Het imagoscript is een concrete uitwerking van het imagostappenplan.
- Het imagoscript is geen onderdeel van het imagostappenplan.
-
Wat is het verschil tussen de analyse van een organisatie met management en een organisatie zonder management?
- Bij een organisatie met management hoeft het verschil tussen de gewenste identiteit en overgedragen identiteit niet in kaart te worden gebracht, bij een organisatie zonder management wel.
- Bij een organisatie met management moet het verschil tussen de gewenste identiteit en overgedragen identiteit in kaart worden gebracht, bij een organisatie zonder management niet.
- Er is geen verschil tussen een organisatie met en een organisatie zonder management. Bij beide organisatievormen dient het verschil tussen de gewenste en overgedragen identiteit in kaart te worden gebracht.