In een discussie in een hogere klas van de middelbare school over vandalisme in de buurt waarin de school zich bevindt, zegt een meisje dat je andermans spullen nooit mag stukmaken. ‘Als je dat wel doet dan kom je aan hun rechten’, zegt ze vol vuur. En ze eindigt met de bekende uitspraak: ‘Wat gij niet wilt wat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Op welk niveau van morele ontwikkeling bevindt dit meisje zich waarschijnlijk?
Op conventioneel niveau.
Op preconventioneel niveau.
Op postconventioneel niveau.
In het dagelijks spraakgebruik wordt vaak gesproken over jongeren met een kort lontje. Welke vorm van agressie betreft dat dan meestal?
Instrumentele agressie.
Reactieve agressie.
Verbale agressie.
Welke sociale cognities spelen een rol bij het ontstaan van moraliteit?
Hechting en saamhorigheid.
Schuld en schaamte.
Trots en moed.
Welke andere ontwikkeling draagt positief bij aan het ontstaan van prosociaal gedrag?
De ontwikkeling van veilige gehechtheid.
De ontwikkeling van vriendschappen.
De ontwikkeling van moreel redeneren.
Bij de ontwikkeling van welke vorm van agressie spelen leerprocessen een grote rol?
Bij fysieke agressie.
Bij indirecte agressie.
Bij reactieve agressie.
Op een snelweg ziet de bestuurder van een auto de auto voor hem heen en weer slingeren. Als hij de auto passeert, ziet hij dat de chauffeur over zijn stuur ligt en kennelijk buiten bewustzijn is. Ook de bestuurder van een andere auto ziet hetzelfde. Met wat gebaren maken ze elkaar duidelijk dat ze willen helpen. De ene bestuurder weet zijn auto vlak voor de ‘slingerende auto’ te plaatsen. De andere bestuurder plaatst zijn auto naast de slingerende auto. Door nu langzaam af te remmen en naar de vluchtstrook te sturen weten ze de auto van de bewusteloze bestuurder stil te zetten. Andere automobilisten zijn getuige van deze reddingsoperatie en bellen 112. Daardoor kan de bestuurder die buiten bewustzijn is, snel geholpen worden. Hij overleeft het. Het gedrag van de twee helpende bestuurders wordt later breed uitgemeten in de (social) media. Waarvan is hun gedrag een voorbeeld?
Altruïstisch gedrag.
Prosociaal gedrag.
Zowel antwoord A als antwoord B is juist
Wat houdt de looking-glass-self-theorie in?
Hoe je over jezelf denkt, wordt beïnvloed door hoe jij jouw gedrag vergelijkt met het gedrag van anderen.
Hoe je over jezelf denkt, wordt beïnvloed door hoe anderen over jou denken.
Hoe je over jezelf denkt, wordt beïnvloed door hoe jij denkt dat anderen over jou denken.
Als een jongere op het gebied van identiteitsontwikkeling de status van moratorium bereikt heeft, wat betekent dat dan?
Deze jongere heeft gekozen voor een identiteit zonder dat hij veel heeft uitgeprobeerd.
Deze jongere heeft voor een bepaalde identiteit gekozen nadat hij veel verschillende mogelijkheden heeft uitgeprobeerd.
Deze jongere weet nog niet welke identiteit(en) bij hem past/passen en is dit nog volop aan het uitzoeken.
Bij welke groep jongeren kan het ontwikkelen van een uitgebalanceerde identiteit lastig zijn?
Jongeren bij wie de morele ontwikkeling is achtergebleven.
Laagopgeleide jongeren.
Lhbti-jongeren.ool.
Op welk niveau van moreel redeneren bevinden jonge kinderen zich over het algemeen?