Verberg antwoord
De eerste dag (artikel 3.112 Vb)
Op de eerste dag krijgt de asielzoeker zijn eerste gehoor. Wij spreken hier van het eerste gehoor omdat hij in ieder geval twee keer door de IND gehoord wordt. Tijdens dit eerste gesprek stelt de IND vragen over afkomst, personalia, nationaliteit, reisroute naar Nederland en de woonplaats in het herkomstland. De asielmotieven van de asielzoeker komen in dit gesprek niet naar voren.
Het eerste gehoor gebeurt aan de hand van een vragenlijst. De asielzoeker krijgt op deze eerste dag een afschrift van de ingevulde vragenlijst.
De tweede dag (artikel 3.113 lid 1 Vb)
Op de tweede dag kan de asielzoeker zich voorbereiden op het volgende gesprek (dat plaatsvindt op de derde dag).
De derde dag (artikel 3.113 lid 2 Vb)
Op de derde dag volgt het nader gehoor. Tijdens dit gesprek gaat de IND in op het asielrelaas. De asielzoeker krijgt dus vragen over zijn asielmotieven.
De vierde dag (artikel 3.113 lid 4 Vb)
Op de vierde dag wordt de asielzoeker in de gelegenheid gesteld om het verslag van het nader gehoor te corrigeren.
De vijfde dag (artikel 3.114 lid 1 Vb)
Als de IND van plan is (voornemens is) om de asielaanvraag af te wijzen, dan wordt dit voornemen op de vijfde dag aan de asielzoeker bekendgemaakt.
De zesde dag (artikel 3.114 lid 2 Vb)
Op de zesde dag wordt de asielzoeker in de gelegenheid gesteld om zijn zienswijze op het voornemen naar voren te brengen.
De achtste dag (artikel 3.114 lid 6 Vb)
Op de vijfde dag heeft de IND het voornemen bekendgemaakt. Binnen drie dagen, dat wil zeggen op de achtste dag, moet de IND een beslissing nemen.