Oefeningen H10 Eindoefeningen H18 H17 H16 H15 H14 H13 H12 H11 Introductie H9 H8 H7 H6 H5 H4 H3 H2 H1 Oef. 1 (vocabulaire) Oef. 2 (modale werkwoorden (1)) Oef. 3 (modale werkwoorden (2)) Vul een passend woord in. Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening. 1. Goedenavond, hebt u nog een tafel twee personen?2. je dorst?3. ik twee bier?4. Wat neem jij voorgerecht?5. Soep eet je met een .6. Een salade eet je met mes en .7. je de paella lekker?8. is jouw salade? Lekker?9. Ik wil alleen ijs, dus slagroom.10. Hier is 50 euro, laat de rest maar . Controleer oefening Oké