Oefeningen
Vul het werkwoord in de goed vorm in. Je kunt kiezen uit: zetten, leggen, stoppen, staan, liggen en zitten.
Weet je niet welke van de twee, klik dan op de knop: ?
Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.
Vul het werkwoord in de goed vorm in. Je kunt kiezen uit: zetten, leggen, stoppen, staan, liggen en zitten.
Weet je niet welke van de twee, klik dan op de knop: ?
Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.