-
Kan ik al solliciteren … ik klaar ben met mijn studie?
-
voordat
-
zodra
-
nadat
-
Beate was te laat … ze het bericht niet had gelezen.
-
als
-
maar
-
omdat
-
Ik wil hier even naar binnen … ik wil een tijdschrift kopen.
-
want
-
hoewel
-
als
-
Martin werkte in een café … hij studeerde.
-
hoewel
-
toen
-
maar
-
In een musical moet je kunnen zingen … je danst.
-
hoewel
-
want
-
terwijl
-
We eten vaak samen … we naar de kroeg gaan.
-
voordat
-
nadat
-
zodat
-
We zullen dit vanmiddag doen … we geluncht hebben.
-
omdat
-
nadat
-
toen
-
Hij is om halfzes vertrokken … hij kan hier om acht uur zijn.
-
want
-
dus
-
maar