Volgende Vorige

Hoofdstuk 4

Wat kenmerkt de meeste emoties?
1. Ze zijn makkelijk te onderdrukken.
2. Ze komen snel op en verdwijnen ook weer snel.
3. Ze zijn goed zichtbaar voor anderen.
Welke van de onderstaande opties is een basisemotie?
1. apathie
2. schaamte
3. vreugde
Welke vaardigheid moet een kind beheersen voordat sociale (of zelfbewuste) emoties kunnen ontstaan?
1. Het kind moet een beetje kunnen praten.
2. Het kind moet de emoties bij anderen kunnen herkennen.
3. Het kind moet het besef ontwikkeld hebben dat hij zelf zijn eigen gedrag veroorzaakt.
Waarop heeft de cultuur waarbinnen iemand opgroeit een grote invloed?
1. op de expressieregels van emoties
2. op de gezichtsuitdrukkingen die bij de basisemoties horen
3. op de gevoelens bij emoties
Wat is de belangrijkste functie van angst?
1. Goede communicatie, want een angstig gezicht spreekt boekdelen.
2. Gezondheid, want angst verbetert het lichamelijk functioneren.
3. Het vergroten van de overlevingskans, want angst zorgt voor alertheid.
Wat lokt bij jou een emotie uit?
1. het automatische gevoel dat bij je opkomt in een situatie
2. een emotionerende situatie
3. je interpretatie van een emotionerende situatie
Wat is een kenmerk van de autonome lichamelijke reacties bij emoties?
1. Deze reacties zijn niet te onderdrukken.
2. Deze reacties zijn erg afhankelijk van de cultuur waarin iemand is opgegroeid.
3. Je willekeurige spieren zijn verantwoordelijk voor deze reacties.
Welke hersenstructuur speelt een grote rol bij de beleving van emoties?
1. de amygdala
2. de kleine hersenen
3. de hippocampus
Bij veel emoties wordt automatisch de alertheid (arousal) van de persoon vergroot. Waartoe dient deze arousal?
1. De arousal wordt door anderen waargenomen waardoor zij jou kunnen helpen of voor jou kunnen zorgen.
2. Bij arousal sluit je je af voor informatie uit de omgeving waardoor je beter je emotie kunt beïnvloeden.
3. Bij arousal wordt je lichaam in staat gesteld om snel te reageren.
Welk aspect van emoties vervult de communicatieve functie van emoties het meest?
1. de autonome lichamelijke reacties
2. het gedrag
3. het gevoel