Recht doen aan sociale professionals

Hoofdstuk 3

1. Je bent al vijf jaar een van de sociale professionals die bij Veilig Thuis werkzaam zijn. In een casus waarvoor jij onderzoek doet naar het vermoeden van huiselijk geweld lukt het niet goed om in contact te komen met de vader en de moeder. Het uitgangspunt is dat als ouders niet willen meewerken, de Raad voor de Kinderbescherming zal worden gevraagd om onderzoek te doen naar de noodzaak van een kinderbeschermingsmaatregel. Jouw leidinggevende vindt dat je de zaak moet afsluiten en moet doorgeleiden naar de Raad. Jij wilt nog twee gesprekken plannen, omdat je denkt dat je dan wel ingang hebt en wellicht iets kunt bereiken waardoor een kinderbeschermingsmaatregel niet nodig is.

Wat zijn de argumenten die pleiten voor jouw voornemen om nog twee gesprekken te plannen en wat zijn de argumenten die pleiten voor het doorgeleiden van de casus naar de Raad? Bespreek je argumenten met een medestudent.

 

2. Jij werkt in een huis waar demente bejaarden wonen. Een van je vrouwelijke cliënten woont al jaren in het verzorgingshuis; zij gaat langzaam achteruit, maar verkeert nog steeds in goede gezondheid. Mevrouw heeft hartproblemen en als op een gegeven moment een operatie nodig is om haar hartritmestoornissen op te lossen, wordt door een collega de vraag geopperd of zo’n operatie eigenlijk wel moet. De kwaliteit van leven is volgens die collega niet erg hoog meer, met mevrouw valt geen gesprek meer te voeren, zij leeft erg in zichzelf. Bovendien zijn er enorme wachtlijsten.

Geef aan welke mensenrechten in het geding zijn en op welke wijze die een rol spelen in deze casus. Geef aan hoe je dit met de familie gaat bespreken en wat daarin voor jou leidende beginselen zijn.

 

3. In dit hoofdstuk wordt beschreven dat sociale professionals daden van verzet plegen om hun discretionaire invloed te kunnen vergroten.

Geef aan of dit in de organisatie waar je werkt of stage loopt ook speelt en welke daden van verzet dit zijn. Geef aan of je zelf zou overgaan tot daden van verzet en zo ja, welke dat dan zouden zijn. Zo nee, waarom niet.