Oefeningen H10 Eindoefeningen H18 H17 H16 H15 H14 H13 H12 H11 Introductie H9 H8 H7 H6 H5 H4 H3 H2 H1 Oef. 1 (vocabulaire) Oef. 2 (getallen) Oef. 3 (personaal pronomen) Oef. 4 (werkwoord hebben) Oef. 5 (werkwoord zijn) Vul een vorm in van het werkwoord: zijn.Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening. 1. Rita de docent van Tim en George.2. Wat jouw adres?3. Wie jij?4. Dag, ik Pauline.5. Karin en Paul docenten. Controleer oefening Oké