In de startblokken

Oefeningen

Vul de juiste vorm van het imperfectum in.

Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.

1 - huren
je dat huis met je broer?

2 - kosten
Vorig jaar een komkommer veel minder.

3 - fietsen
u zonder licht?

4 - wonen
je samen in dat appartement?

5 - passen
het T-shirt je niet?

6 - spelen
We vaak bij de buren.

7 - mankeren
Ik gelukkig niets.

8 - maken
Hij altijd foto’s van zijn vrienden.

9 - gebeuren
dat vaker?

10 - gebruiken
Mijn moeder altijd knoflook.