Je moet hier honderd meter ____ lopen. Aan het eind van deze straat is een kledingzaak. |
|
|
Zie je dat park? Na dat park moet je ____ slaan. Dan kom je uit op de markt. |
|
|
Aan de ____ van die straat vind je een apotheek. |
|
|
Je moet de eerste straat ____ nemen. |
|
|
Kamer 318 is ____, op de derde verdieping. |
|
|
Mijn slaapkamer is ____ dus ik kan direct de tuin in lopen. |
|
|
Café Het Grote Geluk? Ja, dat ken ik. Dat is daar ergens, in die ____. |
|
|
Het is duidelijk waar de hoofdingang is. Volg de ____ maar. |
|
|
Mijn kantoor is in kamer 74, ____ kamer 73. |
|
|
Neem de ____ straat rechts. Dan zie je een fotozaak. Daar werkt Claudia. |
|
|