Vrijwilligersmanagement in het zorg- en veiligheidsdomein

Aanvullende informatie

Hier vind je aanvullende uitleg en websites over enkele begrippen en processen.

Verloop van een strafzaak

Meestal begint een strafzaak bij de politie. De politie komt een strafbaar feit op het spoor of iemand doet aangifte. Onder leiding van een officier van justitie start een opsporingsonderzoek. De politie gaat op zoek naar de verdachte en verzamelt bewijs, bijvoorbeeld door getuigen te verhoren. Alle bevindingen van de politie komen in een proces-verbaal. Dit gaat naar de officier van justitie. Hij vertegenwoordigt het Openbaar Ministerie (OM). De officier van justitie beoordeelt of alle feiten duidelijk zijn en hoe sterk het bewijs is en neemt uiteindelijk de beslissing of de verdachte voor de rechter komt. Lees meer over het verloop van een strafrechtelijke procedure op de website van de Rijksoverheid.

Voorarrest en detentie

De totale periode dat iemand wordt vastgehouden op het politiebureau en in een penitentiaire inrichting vóórdat een eventuele veroordeling door de rechtbank plaatsvindt, heet voorarrest. Het voorarrest kan maximaal 110 dagen duren.

Lees hier meer over hoe dit proces verloopt.

Tijdens het voorarrest raken personen gedetineerd. Deze detentie wordt doorgaans voortgezet op het moment dat een jeugdige of volwassene wordt veroordeeld tot een straf of maatregel.

Rechtspraak

Er zijn in Nederland verschillende typen rechters. Afhankelijk van de aard en ernst van het delict en de fase in het strafproces kan de verdachte te maken krijgen verschillende rechters, bijvoorbeeld een politierechter of een meervoudige strafkamer.

Soorten straffen en maatregelen

Het Nederlandse strafrecht kent samengevat drie hoofdstraffen: de celstraf, de taakstraf en de geldstraf, en een aantal maatregelen. Een maatregel is gericht op herstel (bijvoorbeeld door het betalen van een schadevergoeding) of op het beveiligen van de maatschappij (bijvoorbeeld tbs: gedwongen psychiatrische behandeling).

Voorwaardelijke invrijheidstelling

Gedetineerden met een celstraf kunnen eerder vrijkomen. Dit kan alleen onder bepaalde voorwaarden. Dit heet de voorwaardelijke invrijheidstelling. Het Openbaar Ministerie (OM) beslist of de gedetineerde voorwaardelijk in vrijheid kan worden gesteld. Dit hangt af van:

  • het gedrag van de gedetineerde tijdens de gehele detentie;
  • de eventuele risico’s van vrijlating;
  • de belangen van de slachtoffers, nabestaanden en andere relevante personen.

Dit staat in de Wet straffen en beschermen, die per 1 juli 2021 van kracht is. Bij lange gevangenisstraffen is de duur van de voorwaardelijke invrijheidsstelling beperkt tot maximaal twee jaar voor het einde van de straf.

Als gedetineerden tijdens hun proeftijd van de voorwaardelijke invrijheidstelling opnieuw een strafbaar pleit plegen, dan kan het OM de voorwaardelijke invrijheidstelling terugdraaien.

Tijdens de proeftijd wordt de veroordeelde onder reclasseringstoezicht gesteld. De duur van de proeftijd is gelijk aan het restant van de straf, maar minimaal één jaar. In uitzonderlijke gevallen kan het OM om een langere proeftijd verzoeken.

Naast algemene voorwaarden (geen delicten plegen) kunnen ook specifieke voorwaarden gelden, zoals de verplichting zich onder behandeling te stellen of een gebiedsverbod in acht te nemen.

Forensische zorg

Forensische zorg is geestelijke gezondheidszorg, verslavingszorg en verstandelijk gehandicaptenzorg als onderdeel van een (voorwaardelijke) straf of maatregel. Forensische zorg wordt meestal door de rechter opgelegd als onderdeel van een straf en/of maatregel aan iemand met een psychische/psychiatrische stoornis of verstandelijke beperking die een strafbaar feit heeft gepleegd.

Reclassering

Met iedere gedetineerde wordt vanaf de eerste dag van de detentie gewerkt aan een re-integratie. De reclassering maakt met iedere gedetineerde een re-integratieplan, helpt bij het re-integratieproces en houdt tegelijk toezicht op de algemene en specifieke voorwaarden voor vervroegde invrijheidsstelling. Nederland kent drie reclasseringsorganisaties.

Artikel 4 lid 1 Reclasseringsregeling 1995 bepaalt welke instellingen reclasseringswerkzaamheden verrichten en als zodanig zijn erkend door de Minister van Justitie en Veiligheid. Alle reclasseringswerkzaamheden staan beschreven in artikel 8 lid 1 Reclasseringsregeling 1995. Met de uitvoering van reclasseringswerkzaamheden beogen drie reclasseringsorganisaties (3RO) crimineel gedrag te verminderen en de veiligheid in de Nederlandse samenleving te bevorderen.

3RO bestaat uit: Reclassering Nederland, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering en de Stichting Verslavingsreclassering GGZ. De 3RO controleren of de veroordeelden zich aan de voorwaarden houden en bieden hulp en ondersteuning.

  • Reclassering Nederland (RN) voert in Nederland de reclassering voor volwassenen uit. Dat houdt onder meer in: het adviseren van het OM, het houden van toezicht op bijzondere voorwaarden (zo nodig met behulp van elektronische controle) en het begeleiden van taakstraffen.
  • Leger des Heils Jeugdzorg en Reclassering (LdHJ&R) begeleidt mensen die een strafbaar feit hebben gepleegd en daarom in aanraking met politie en justitie zijn gekomen. Doorgaans ligt kwetsbaarheid door dak- en/of thuisloosheid ten grondslag aan de problematiek.
  • Stichting Verslavingsreclassering GGZ (SVG) richt zich op mensen die door hun verslaving of psychische problematiek in aanraking zijn gekomen met politie en/of justitie.

Een jongere die met de politie in aanraking is geweest en een proces-verbaal heeft gekregen, kan jeugdreclassering opgelegd krijgen door de rechter.

De rol van gemeenten

Gemeenten krijgen doorgaans via de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) de melding over de aanstaande terugkeer of het verlof van een (ex-) gedetineerde. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opvang en veilige huisvesting van ex-gedetineerden. Er wordt op vele manieren samengewerkt aan de voorbereiding op hun terugkeer in de maatschappij.

Zorg- en veiligheidshuizen

Een samenwerkingsplatform voor bovengenoemde instanties (gemeenten en reclasseringsorganisaties) wordt gevonden in de zogeheten zorg- en veiligheidshuizen. Er zijn in iedere regio zorg- en veiligheidshuizen actief. Een overzicht vind je hier.

Naast bovengenoemde instanties zijn ook de politie, het OM, Slachtofferhulp, de forensische zorg en gemeenten vertegenwoordigd in dit samenwerkingsverband.

Financiering trajecten

Zolang een persoon een justitiële titel heeft wordt de zorg en begeleiding gefinancierd door het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Nadien zijn gemeenten verantwoordelijk en kan een beroep worden gedaan op de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de Wet Langdurige Zorg (Wlz), de Wet Forensische Zorg (Wfz) en de Jeugdwet (Jw).

Herstelrecht

In Nederland bestaat er naast het strafrecht ook de mogelijkheid om gebruik te maken van herstelrecht. Het bekendst zijn mediation in strafzaken en herstelbemiddeling. Mediation in strafzaken biedt plegers en slachtoffers de mogelijkheid om gedurende de strafprocedure tot een dialoog te komen waarbij afspraken gemaakt kunnen worden met als doel herstel. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om geheel buiten de strafzaak om tot een herstelbemiddeling te komen via Perspectief herstelbemiddeling. Beide vormen van herstelrecht zijn gratis.

Verandertheorie

Hier vind je een document dat helpt bij het ontwikkelen van een verandertheorie en het (door)ontwikkelen van een vrijwilligersprogramma.

Websites

Het Platform Vrijwillige Inzet is het kenniscentrum op het gebied van vrijwilligerswerk van de Vereniging Nederlandse Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), waarbij ruim 360 vrijwilligersorganisaties zijn aangesloten. Hier vind je alle informatie over vrijwilligerswerk.

Een groot aantal Nederlandse gemeenten heeft een eigen website waarop informatie is te vinden over het vrijwilligerswerk binnen de gemeente. Sommige gemeenten hebben een eigen vrijwilligerspunt, sommige zetten dat uit via organisaties voor maatschappelijk werk. Voorbeelden hiervan zijn te vinden op de website van de gemeente Zwolle en op de website van Ons Welzijn, de welzijnsorganisatie van Noordoost-Brabant.

Kennis en aanpak van sociale vraagstukken staan beschreven op de website van Movisie. Zij hebben ook aandacht voor het thema Vrijwillige inzet.

Vrijwilligers Aan Zet biedt zich aan als kenniscentrum voor vrijwilligers. Met het verstrekken van informatie, het delen van ervaringen en het aanreiken van tools staan zij voor een optimale vrijwillige inzet in organisaties.

Andere belangrijke websites