Werken in wijkteams jeugd

Hoofdstuk 3

Vragen

Opdracht ‘achtjes lopen’ (in drietallen)

  • Verdeel onderling drie rollen verdelen: ouder, jeugdprofessional en observant.
  • Neem een van de casussen uit dit hoofdstuk als uitgangspunt voor de vraagverkenning.
  • De ouder bereidt zich voor op zijn rol. De jeugdprofessional gaat samen met de ouder de vraag verkennen. Neem daarin de uitgangspunten en werkwijzen voor het werken met gezinnen die zijn beschreven in dit hoofdstuk mee. Het gesprek duurt ongeveer 6 minuten.
  • De observant schrijft elke vraag op die de jeugdprofessional stelt. Dus alleen de vraag, niet het antwoord.
  • Na 6 minuten stopt de observant het gesprek en nemen jullie gezamenlijk de vragen door. Bespreek de volgende punten:
    • Welke vragen waren helpend en waarom?
    • Welke vragen riepen weerstand op of waren onverwacht voor de ouder?
    • Hoe had de vraag wel gesteld kunnen worden?
  • Dit doe je drie keer, dus in totaal drie keer 6 minuten spelen en aansluitend 10 minuten nabespreken.
  • Na drie keer maak je een lijstje met helpende en een lijstje met niet-helpende vragen. Daaruit destilleer je tops en tips.