Toegepaste micro-economie

Log in

Je bent nog niet ingelogd. Log in met je Coutinho-account om toegang te krijgen tot je studiemateriaal.

Deel I

1.3 Wijzen van verklaren

Verschijnselen kunnen op verschillende manieren verklaard worden. In de economische wetenschap worden sommige verklaringswijzen vaker gebruikt dan andere. In het navolgende passeren verschillende verklaringswijzen de revue.

Oorzaak en gevolg

In de oorzaak-gevolgverklaring wordt gezocht naar de voorwaarden waaronder het te verklaren verschijnsel (het explanandum) zich zal voordoen. Er zijn noodzakelijke voorwaarden en voldoende voorwaarden. Als een noodzakelijke voorwaarde is vervuld, hoeft het verschijnsel nog niet op te treden. Bij een voldoende voorwaarde gebeurt dit wel. Wanneer op zeeniveau water tot honderd graden Celsius wordt verwarmd, gaat het water koken. Kennelijk is het verwarmen van het water tot honderd graden Celsius een voldoende voorwaarde voor het koken van water. Wanneer de hoofdkraan van de waterleiding is afgesloten, is het opendraaien van een kraan slechts een noodzakelijke voorwaarde voor het verkrijgen van water. We krijgen immers pas water indien ook de hoofdkraan is opengedraaid.

We kunnen binnen de oorzaak-gevolgverklaringen nog onderscheid maken tussen deterministische en probabilistische verklaringen. Een deterministische verklaring houdt in dat een verschijnsel zich zeker voordoet als de noodzakelijke en voldoende voorwaarden zijn vervuld. Bij de probabilistische verklaring doet het verschijnsel zich slechts met een bepaalde mate van waarschijnlijkheid voor. De empirische relaties in de economie hebben vrijwel altijd een probabilistisch karakter. Als het inkomen van iemand stijgt, kan met een grote mate van waarschijnlijkheid worden aangenomen dat ook de consumptieve uitgaven van deze inkomenstrekker zullen stijgen, maar honderd procent zeker is dit niet.

Een gevaar dat zich bij de oorzaak-gevolgverklaring voordoet, schuilt in de zogenoemde post-hocredenering. De Latijnse zin ‘post hoc, ergo propter hoc’ betekent ‘erna, dus erdoor’. Bij een post-hocredenering worden verschijnselen die in de tijd op elkaar volgen, in een causaal verband met elkaar gebracht, terwijl dat causale verband er niet hoeft te zijn. Als voorbeeld dient een discutabele verklaring voor het in de jaren zestig teruglopende geboortecijfer in Nederland. Tegelijk met het geboortecijfer daalde ook het aantal ooievaars in Nederland. Het zou echter van weinig inzicht in het menselijk voortplantingsproces getuigen als we beide variabelen met elkaar in een causaal verband zouden samenbrengen. Ook al zou een daling van het geboortecijfer in de tijd volgen op een daling van het aantal ooievaars, dan betekent dit nog niet dat de eerste door de tweede wordt veroorzaakt.

Causale verbanden zijn nooit te bewijzen. Wel is het mogelijk dergelijke verbanden aannemelijk te maken of te falsifiëren. In de economie is falsificatie vaak erg moeilijk omdat de mogelijkheid ontbreekt om doorslaggevende experimenten te doen. Daarom worden grote delen van de economische theorie geaccepteerd om redenen van plausibiliteit. De moeilijkheden bij de falsificatie van economische theorieën verklaart de vele met elkaar in strijd zijnde opvattingen van economen over de Nederlandse economie. Een fraai voorbeeld is het economendebat over de oorzaken van de werkloosheid. De een beweert dat de lonen te hoog zijn. De ondernemers zouden hierdoor te weinig winst maken, hetgeen tot te weinig investeringen en, daarmee samenhangend, tot te weinig arbeidsplaatsen zou leiden. Hieraan tegengesteld is de opvatting dat de lonen juist te laag zijn. De lage lonen zouden leiden tot te weinig koopkracht bij het publiek, hetgeen de verkopen van de bedrijven aantast. De daling van de winsten die hiervan het gevolg is, voert tot minder investeringen en een daling van het aantal arbeidsplaatsen. Beide theorieën klinken plausibel en zijn intern consistent. Het is echter zeer moeilijk na te gaan welke theorie ‘waar’ is.

Functionele verklaring

Wanneer het explanandum wordt verklaard op grond van de functie die het heeft, hebben we te maken met een functionele verklaring. Het eerder genoemde mechanisme van natuurlijke selectie uit de evolutietheorie van Darwin is hiervan het bekendste voorbeeld. Een goed voorbeeld in de economische wetenschap is de wijze waarop Alchian in 1950 het streven naar maximale winst door individuele ondernemingen trachtte te verklaren. Winstmaximalisatie is volgens hem niet het resultaat van een vooropgezet plan dat is uitgebroed in de directiekamer of is vastgesteld op de jaarlijkse aandeelhoudersvergadering, maar het gevolg van een proces van natuurlijke selectie op de markt. De onderlinge concurrentie dwingt ondernemingen voortdurend te zoeken naar kostenbesparingen in het productieproces. Elke onderneming die hierbij achteropraakt, verliest klanten (de producten zijn te duur) en zal uiteindelijk failliet gaan. Alleen de sterkste ondernemingen, ofwel de ondernemingen die de door de consumenten gewenste producten tegen de laagst mogelijke prijzen op de markt weten te brengen, zullen overleven. Zo’n positie is alleen te verwerven of te behouden door steeds naar maximale winst te streven. Daarmee is het streven naar maximale winst verklaard op basis van de functie die dit streven heeft voor de overlevingskansen van de onderneming.

Genetische verklaring

In een genetische verklaring wordt een gebeurtenis verklaard door het proces te beschrijven waarin de gebeurtenis past. Deze procesbeschrijving heeft een sterk historisch karakter. Vooral in de geschiedwetenschap wordt intensief van deze verklaringswijze gebruikgemaakt, maar ook in de economie wordt zij wel toegepast. Zo is het mogelijk een genetische beschrijving te geven van de Nederlandse arbeidsverhoudingen aan de hand van de wordingsgeschiedenis van allerlei hiervoor belangrijke instituties: de vakbeweging, de wetgeving inzake de arbeidsomstandigheden, de sociale verzekering, de ondernemingsraad, de onderhandelingen over de arbeidsvoorwaarden tussen organisaties van werkgevers en werknemers in de Stichting van de Arbeid, enzovoort.

Een genetische beschrijving bevat vaak functionele verklaringen. Zo wordt de een- of meerjarige afspraak over de loonhoogte tussen werkgevers en werknemers in genetische beschrijvingen van de Nederlandse arbeidsverhoudingen wel verklaard uit de stabiliserende functie die deze afspraak heeft op het economisch proces. Een grillige ontwikkeling van het loonpeil (afwisselend omhoog en omlaag) zou het aantal arbeidsconflicten en hieruit voortvloeiende stakingen, met als inzet de hoogte van het loon, doen toenemen. Omdat het in genetische verklaringen vaak gaat om een evolutie in de functies van instituties, en omdat in functionele verklaringen vrijwel altijd ook genetisch te werk wordt gegaan, zijn beide verklaringswijzen moeilijk te scheiden.

Methodologisch individualisme

Voor iedere poging tot verklaring van empirische verschijnselen is een referentiepunt nodig. Dit geeft de richting aan waarin de oorzaken voor het bestaan van het verschijnsel worden gezocht. Dat referentiepunt is voor de meeste economen gelegen in het methodologisch individualisme. De gedachte is dat de samenleving uit individuen bestaat, en dat de intenties en de gedragingen van die individuen de ultieme krachten achter ontwikkelingen en veranderingen in de samenleving zijn. Verschijnselen die zich op maatschappelijk niveau manifesteren, zoals armoede en milieuvervuiling, alsook de aanwezige instituties en de handelingen van de overheid, worden dan tot individuele voorkeuren en beslissingen herleid, ook al kost dat in het ene geval meer moeite dan het andere. In een methodologisch-individualistische analyse gaat het er dus om te achterhalen wie wat deed, en wat daarbij de beweegredenen en conditioneringen zijn geweest.