Recht doen aan sociale professionals

Hoofdstuk 11

  1. In dit hoofdstuk is uitgelegd dat het hebben van werk een belangrijke rol speelt bij de manier waarop mensen zichzelf zien en de mogelijkheden die ze hebben om in de samenleving mee te kunnen doen. Het komt helaas ook voor dat mensen er lange tijd niet in slagen om aan de slag te komen.
    Welke taken zijn volgens jou voor de sociale professional weggelegd in de begeleiding van deze specifieke groep? Maakt het daarbij ook uit waarom mensen alsmaar niet aan de slag komen (denk bijvoorbeeld aan leeftijd) en hoe ze hun dag momenteel doorkomen (denk bijvoorbeeld aan het uitvoeren van vrijwilligerswerk)? Beargumenteer je antwoord en licht het toe aan de hand van voorbeelden.
     
  2. Heb je zelf op een openbare of een bijzondere school gezeten? Wat merkte je op school van de aanwezigheid van leerlingen met een (andere) geloofsovertuiging? Hoeveel ruimte was daarvoor? Gaf dat weleens aanleiding tot conflicten? Zo ja, hoe werd daar dan mee omgegaan?
     
  3. In 2010 verscheen bij het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) het rapport Liever Mark dan Mohammed (https://bureaugelijkebehandeling.nl/liever-mark-dan-mohammed/). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat sollicitanten zonder migratieachtergrond gemiddeld 44% kans hebben om een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek te ontvangen. Vergelijkbare sollicitanten met een niet-westerse migratieachtergrond hebben echter gemiddeld 37% kans op een sollicitatiegesprek. Nu is dit onderzoek tien jaar oud. Hoe denk je dat het momenteel met discriminatie op de arbeidsmarkt is gesteld? Is dit soort discriminatie een schending van mensenrechten? Beargumenteer je antwoord.