In Nederland is prostitutie een legaal beroep. Sinds 2000 is het bordeelverbod opgeheven. Wat hoopte men met deze wetswijziging te bereiken? Zijn deze doelen volgens jou ook behaald?
Welke soorten hulp voor prostituees worden er in dit hoofdstuk onderscheiden? Wat vind je van deze hulpverlening? Wat sluit er aan volgens jou aan bij de behoeften van sekswerkers zelf en waarom?
In deze opdracht ga je in twee- of drietallen aan de slag. Lees de casus aan het begin van het hoofdstuk nog eens door. Laat één iemand vertellen hoe hij/zij zou reageren als een van je vrienden of vriendinnen meedeelt dat hij/zij als erotisch masseur/masseuse werkt. De anderen kunnen vervolgens aangeven hoe zij zouden reageren.
Zoals te lezen was in dit hoofdstuk rust er nog altijd een stigma op prostituees. Dit heeft voor prostituees gevolgen voor hun sociale leven. Bespreek met een groepje medestudenten hoe jullie de sociale positie van prostituees zien. Is je zienswijze veranderd door het lezen van dit hoofdstuk? Zo ja, op welke aspecten?
Internet en social media zijn heel belangrijk voor sekswerkers om klanten te bereiken. Dit betekent ook dat hulpverleners op deze manier sekswerkers kunnen bereiken. Bedenk een plan om een onderdeel van het aanbod van een instelling voor prostitutie maatschappelijk werk bij de doelgroep onder de aandacht te brengen. Let daarbij op gender en op randvoorwaarden zoals taal.