Oefeningen
Maak de zin compleet met het goede werkwoord. Let ook op de goede vorm.
Kies uit: doen – maken – hebben – zijn.
Weet je niet welk werkwoord, klik dan op: Hint. Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.
Maak de zin compleet met het goede werkwoord. Let ook op de goede vorm.
Kies uit: doen – maken – hebben – zijn.
Weet je niet welk werkwoord, klik dan op: Hint. Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening.