Hoofdstuk 2 – Van barmhartigheid tot empowerment Maatschappelijk werk door de eeuwen heen
Kies het juiste antwoord.
De Bijbeltekst uit het Mattheüsevangelie die een belangrijke inspiratiebron was voor de middeleeuwse vormen van hulpverlening, ging over:
het laatste oordeel
de Heilige-Geestbanken
de kruisiging en de opstanding van Jezus Christus
de hemelvaart
In de laatmiddeleeuwse samenleving werd armoede beschouwd als:
een sociaal probleem dat om een politieke oplossing vroeg
een toestand die het gevolg was van een ordeloze levenswandel
een ziekte waarbij sprake was van moreel verval
een door God gewilde toestand
Het streven van de stedelijke overheden in het begin van de zestiende eeuw was er onder andere op gericht om:
de welgestelde burgers aan te moedigen de behoeftigen te ondersteunen
het bedelen te verbieden en armen die konden werken daartoe te verplichten
de armenzorg als vorm van stedelijke liefdadigheid te organiseren
de praktijk van de memoriecultus te bevorderen
Maarten Luther, de zestiende-eeuwse reformator, bestreed de gedachte dat:
alleen door het geloof de mens gered kon worden
de Bijbel in de volkstaal moest worden gelezen
het bedelen van armen moest worden toegestaan
de werken van barmhartigheid tot de hemelse zaligheid zouden voeren
De Armenwet van 1854 bepaalde dat:
de overheid zich niet met de armenzorg mocht bemoeien
de kerk zich niet met de armenzorg mocht bemoeien
de overheid een aanvulling gaf op de bedeling van de kerk
de overheid de plicht had de armen te ondersteunen
De leden van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen waren van mening dat:
armoede het gevolg was van sociale misstanden
armoede het gevolg was van uitbuiting door de rijken
armoede het gevolg was van een ordeloze levenswandel
armoede een door God gewilde toestand was
De in 1784 opgerichte Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen zag een belangrijke taak voor de burgerij weggelegd. Deze taak hield in dat men:
de armen financieel moest ondersteunen
de versnipperde armenzorg moest reorganiseren
het lagere volk tot kritische burgers op moest voeden
het lagere volk tot nuttige en brave burgers moest vormen
De door Johannes van den Bosch in 1818 opgerichte Maatschappij van Weldadigheid was het er om te doen:
de armen te verheffen en te beschaven
door middel van nationale wetgeving het lot van de armen te verbeteren
de armen tot kritische burgers te verheffen
de welgestelde burgers de armen onder hun hoede te laten nemen
Een belangrijk lesonderdeel op de School voor maatschappelijk werk was:
methodiek
woningtoezicht
vrouwenemancipatie
sociologie
De woonscholen richtten zich op:
arbeidersgezinnen
werkloze arbeiders
bewoners van krottenwijken
gebroken gezinnen
Stelling 1: Het doel van gezinsoorden was heropvoeding. Stelling 2: Binnen de gezinsoorden probeerde men de zaken wetenschappelijk aan te pakken.
alleen stelling 1 is juist
alleen stelling 2 is juist
beide stellingen zijn juist
beide stellingen zijn onjuist
Stelling 1: Social casework wilde de armen stimuleren zelf het heft in handen te nemen. Stelling 2: In het social casework van Mary Ellen Richmond werd de therapeutische relatie tussen hulpvrager en hulpverlener benadrukt.
alleen stelling 1 is juist
alleen stelling 2 is juist
beide stellingen zijn juist
beide stellingen zijn onjuist
Hans Achterhuis beschrijft in zijn boek De markt van welzijn en geluk dat het welzijnswerk ernaar streeft:
mensen passief en onzeker te maken
mensen tot hun recht te laten komen
hulpverleningsvraag en -aanbod op elkaar af te stemmen
een dam op te werpen tegen de verregaande commercialisering van het welzijnswerk
De bewering dat de helpende professies er alles aan hebben gedaan om ouders onzeker te maken, werd gedaan door:
Marie Kamphuis
Herman Vuijsje
Christopher Lasch
Roel Bouwkamp
In een aansluitend rapport uit 1958 op de St. Paul Family Unit Report Study werd de nadruk gelegd op:
de ondersteuning van het hulpvragende individu
heropvoeding in daartoe opgerichte gezinsoorden
financiële ondersteuning van de hulpvragers
het thuis opzoeken van het probleemgezin
Het zogenoemde ‘multimethodisch maatschappelijk werk’ is verwant aan:
het social casework
de comprehensive approach
outreachend gezinsmaatschappelijk werk
de evidence based practice
Het doel van het social casework is:
mensen tot zelfontplooiing te stimuleren
de maatschappij structureel te veranderen
mensen te bewegen tot aanpassing aan hun sociale omgeving
een oplossing voor het armoedeprobleem te geven
Volgens De Boer en Van der Lans is het de hoogste tijd dat het welzijnswerk op de schop wordt genomen. In de door hen voorgestelde aanpak:
krijgt het buurt- en clubhuiswerk een centrale rol
dient de burger centraal te staan
wordt de aanpak van multiproblemgezinnen verbeterd
moet op welzijnsinstellingen bezuinigd worden
Voor een sociaal wijkteam geldt als hoofdregel dat:
het zich altijd als hulpverlener presenteert
gevoelige informatie aan de politie moet worden doorgespeeld
een woning een overheidsvrije zone is en dat een burger zelf de baas is
het team in de eerste plaats ernaar streeft om het vertrouwen van de burger te winnen