Interactieve oefeningen
Hoofdstuk 4 – Van weeshuis tot Eigen Kracht-conferentie
Vijf eeuwen jeugdzorg in Nederland
Kies het juiste antwoord.
-
Begin zestiende eeuw probeerde de overheid het probleem van bedelende kinderen aan te pakken door het stichten van:
- tuchthuizen
- weeshuizen
- verbeterhuizen
- opvoedingsgestichten
-
Binnen weeshuizen was de opvoeding gericht op:
- rust, reinheid en regelmaat
- zelfontplooiing
- het aanleren van blinde gehoorzaamheid
- het aanleren van deugdzaam gedrag
-
Het definitieve einde van de weeshuizen werd ingeluid door:
- de Algemene bijstandswet uit 1965
- de toenemende populariteit van pleeggezinnen
- de kritiek van professionele opvoeders op de regentenbesturen van de weeshuizen
- de aantrekkende economie en het dalende sterftecijfer
-
Het propageren van dwangarbeid als middel om criminaliteit tegen te gaan past in de denkwereld van:
- het katholicisme
- het protestantisme
- het humanisme
- de regentenbesturen
-
Het in 1884 opgerichte rijksopvoedingsgesticht (rog) was een voorbeeld van een:
- opvoedingstehuis
- verbeterhuis
- tuchthuis
- rasphuis
-
Kenmerkend voor de aanpak op Nederlandsch Mettray was:
- het familieprincipe
- het socialecompetentiemodel
- het breken van de zondige wil
- het acceptatieprincipe
-
Kenmerkend voor de beweging van het Reveil was dat het:
- de gelovigen wilde aansporen tot diaconale arbeid
- zich liet inspireren door de pedagogische aanpak van de landbouwkolonie Mettray
- de armen wilde verheffen tot deugdzame burgers
- meer overheidssteun voor de oplossing van sociale problemen propageerde
-
De in 1896 opgerichte vereniging Pro Juventute had als doelstelling:
- zo vroeg mogelijk in te grijpen in geval van verwaarlozing van jongeren
- de aandacht van de dader naar de daad te verschuiven
- te ijveren voor de oprichting van jeugdgevangenissen
- pleegzorg als alternatief voor het weeshuis te propageren
-
Het uitgangspunt van de in 1810 ingevoerde Code Pénal was:
- dat er aan de rechtspleging hulpverlening gekoppeld moest zijn
- dat er in de eerste plaats naar de oorzaken van het criminele gedrag gezocht moest worden
- dat de rechter bepaalde of het kind gestraft dan wel opgevoed diende te worden
- dat het kind gestraft kon worden als het een duidelijk besef van de wetsovertreding had
-
Door de burgerlijke kinderwet werd het mogelijk om:
- ouders uit de ouderlijke macht te ontzetten of te ontheffen
- kinderen een opvoedingsmaatregel op te leggen
- voogdijkinderen in particuliere instellingen te plaatsen
- kinderen dwangopvoeding op te leggen
-
De ondertoezichtstelling die in 1921 als aanvulling op de Kinderwetten werd geïntroduceerd was bedoeld om:
- ontheffing uit de ouderlijke macht mogelijk te maken
- ouders door middel van gezinsvoogdij beter in de gaten te kunnen houden
- preventief werken mogelijk te maken
- lichtere vergrijpen aan te kunnen pakken
-
Maatschappijkritische jongeren wilden in de jaren zeventig van de vorige eeuw dat de zaken ‘structureel’ veranderd werden. Daarmee bedoelden ze dat:
- er meer plaatsen in de residentiële hulpverlening moesten komen
- ouders meer bij de hulpverlening betrokken moesten worden
- de bestaande orde volledig afgebroken moest worden
- er beter naar de hulpvraag van jongeren geluisterd moest worden
-
De Wet op de jeugdhulpverlening van 1988 heeft geleid tot:
- een betere juridische bescherming van weggelopen jongeren
- een toename van het aantal ondertoezichtstellingen
- een groei van de alternatieve hulpverlening
- een sterke groei van de ambulante hulpverlening
-
Video-hometraining is een vorm van:
- residentiële hulpverlening
- ambulante jeugdzorg
- dagbehandeling
- semiresidentiële hulpverlening
-
In de benadering van Paul Watzlawick is het uitgangspunt dat:
- het gezin gecoacht moet worden
- de hulp zo licht mogelijk, zo dicht mogelijk bij huis en zo kort mogelijk moet zijn
- de oorzaken van afwijkend gedrag in de communicatie binnen een gezin gezocht moeten worden
- er een pedagogische relatie met het kind moet worden opgebouwd
-
Binnen de semiresidentiële hulpverlening:
- staat de leefgroep centraal
- gaat het om de verbetering van de communicatie tussen kind en gezin
- is de pupil als object van zorg veranderd in een cliënt die subject van zorg is
- wordt gewerkt aan het voorkomen van een uithuisplaatsing
-
Stelling 1: De Wet op de jeugdzorg van 2005 wilde het aanbodgericht werken stimuleren.
Stelling 2: Voor de Wet op de jeugdzorg van 2005 was het kind met problemen een pupil die object was van zorg.- alleen stelling 1 is juist
- alleen stelling 2 is juist
- beide stellingen zijn juist
- beide stellingen zijn onjuist
-
Van 2007 tot 2010 is er in Nederland een minister voor jeugd- en gezinszaken geweest. De centrale doelstelling die de minister moest zien te realiseren was:
- het vormgeven van een samenhangend stelsel van vraaggestuurde zorg
- het bieden van kansen voor alle kinderen
- ouders te stimuleren verantwoordelijkheid te nemen voor de opvoeding van hun kinderen
- het ontwikkelen van preventief beleid
-
Het grote verschil tussen de jeugdzorg anno 1970 en de jeugdzorg anno 2014 is:
- dat de jeugdzorg in 2014 de hulpverlening zo kort en zo licht mogelijk wilde houden
- dat het accent meer op de hulpverlening binnen de context van het gezin kwam te liggen
- dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van vraaggestuurde naar effectieve jeugdzorg
- dat er een verschuiving heeft plaatsgevonden van vraaggestuurde naar coachende jeugdzorg
-
Binnen de huidige jeugdzorg kan een programma of training het etiket ‘evidence based’ krijgen als:
- het programma of de training minimaal in theorie effectief blijkt te zijn
- onderzoek heeft aangetoond dat de doelen echt bereikt zijn
- de kwaliteit van de geboden hulp door middel van zogenoemde prestatie-indicatoren gemeten is
- de doelen SMART geformuleerd zijn
-
Het uit Australië afkomstige opvoedprogramma Triple P hecht grote waarde aan ‘programma-integriteit’. Daaronder wordt verstaan:
- dat de opvoeder zich strikt aan het handelingsprotocol dient te houden
- dat het programma uitsluitend voor individuele pedagogische advisering gebruikt mag worden
- dat een Centrum voor Jeugd en Gezin naast het programma Triple P geen ander opvoedprogramma mag gebruiken
- dat ouders in de opvoeding moeten vertrouwen op hun eigen intuïtie
-
Een bezwaar dat tegen het opvoedprogramma Triple P kan worden gemaakt, is:
- dat het een te groot accent legt op doelrealisatie
- dat ouders in onvoldoende mate bij het opvoedproces betrokken worden
- dat de doelen niet SMART geformuleerd zijn
- dat het de pretentie heeft dat opvoeden op een wetenschappelijke wijze mogelijk zou zijn
-
Volgens de orthopedagoog Van der Ploeg is het een misvatting om te denken dat preventieve hulp tot minder ernstige problemen bij jongeren leidt, omdat:
- de ontwikkelingsachterstand van veel jongeren niet te compenseren valt
- preventieve opvoedprogramma’s uit het buitenland niet op de Nederlandse situatie zijn afgestemd
- het onmogelijk is met zekerheid te zeggen hoe stelen, inbreken of spijbelen voorkomen kunnen worden
- de bestaande preventieve programma’s niet evidence based zijn
-
Dat gemeenten te lang doorgaan met lichte hulp is kritiek die komt uit de hoek van:
- de jeugd-ggz
- wijkteams
- de ouders van kinderen met problemen
- de centrale overheid in Den Haag
-
De aanpak van de Eigen Kracht-conferenties sluit goed aan bij het concept Welzijn Nieuwe Stijl, omdat:
- de conferenties ertoe leiden dat de compensatieplicht anders wordt vormgegeven
- de conferenties een stimulerende werking op de zelfredzaamheid en de participatie van de burgers hebben
- de conferenties zorgen voor een versterking van familierelaties
- de conferenties bemiddeling tussen daders en slachtoffers stimuleren
-
Volgens hoogleraar Geert-Jan Stams is de Eigen Kracht-conferentie:
- in het bijzonder geschikt voor gezinnen met een zwak netwerk
- een aanpak waarvan de effectiviteit bewezen is omdat de gezinnen tevreden zijn
- een aanpak die een besparing tot 4,8 miljoen euro mogelijk maakt
- een aanpak waarvan de effectiviteit met behulp van controlegroepen gemeten moet worden