Tekststructuur

Stap 2

Inventariseer bronnen en kies daarna pas de bruikbaarste.

Inventariseer mogelijke bronnen. Maak een lijst met mogelijke bronnen voor je tekst. Maak de lijst zo uitgebreid mogelijk. Hoeveel tijd je aan deze bronnenlijst besteedt, hangt af van het doel en de omvang van je tekst. Schrijf je een scriptie ter afronding van een masteropleiding aan een universiteit, dan trek je hier veel tijd voor uit; schrijf je een column van tweehonderd woorden bij wijze van vingeroefening, dan trek je hier minder tijd voor uit. Bij bronnen kun je denken aan: 

  • direct betrokkenen
  • internet
  • wetenschappelijke artikelen
  • boeken
  • deskundigen
  • organisaties die bij je onderwerp betrokken zijn
  • artikelen uit kranten en tijdschriften
  • televisieprogramma’s, documentaires en films
  • eigen onderzoek

Als je een tekst schrijft en van tevoren een bronnenlijst maakt, gaat het er natuurlijk om om de lijst zo specifiek mogelijk te maken. Stel dat je voor je studie een werkstuk schrijft en dat het een vereiste is dat je gebruikmaakt van wetenschappelijke publicaties. Dan heb je niet zoveel aan een bronnenlijst waar alleen in staat  ‘wetenschappelijke artikelen’. Dat is een algemene term. Je wilt dan natuurlijk graag een lijstje met namen en vindplaatsen van wetenschappelijke artikelen.