Hoofdstuk 4
Vragen
- Wat is inclusief werken?
- Wat is het belangrijkste dat je moet doen als je met ouders met een migratieachtergrond werkt?
- Dit hoofdstuk is geïnspireerd op de handreiking ‘Werken met culturele diversiteit’. Download deze handreiking en ga naar de oefencasuïstiek achterin. Doe samen met een medestudent de opdracht bij casus 1 van de oefencasuïstiek.
- Doe een interview met een medestudent, buurman of familielid met een andere achtergrond dan jij, of ga naar een plek of bijeenkomst waar je normaal niet snel zou komen. Houd je ogen en oren open en noteer wat je hoort of ziet. In beide gevallen: luister zo open mogelijk, neem niets aan vooraf, vraag door, wees je bewust van je mogelijke eigen (voor)oordelen, je eigen ‘bril’. Rapporteer wat je is opgevallen in één A4.
- Bedenk zelf drie dingen die je kunt doen om nog beter te kunnen aansluiten bij alle ouders.
Opdracht Bolletjesschema
Het Bolletjesschema is een instrument die je kan inzetten om een breed te krijgen wat er zoal kan spelen in een en om het netwerk rondom jongeren samen met hen in kaart te brengen. Gebruik voor de opdracht het Bolletjesschema zoals deze op de site Wijkteams werken met jeugd te vinden is. Gebruik bij deze opdracht bijvoorbeeld de online tool Creately.
- Werk in tweetallen en vul samen voor jullie beiden het bolletjesschema in voor je eigen netwerk.
- Gebruik het bolletjesschema in een gesprek met een kind, jongere of volwassenen tijdens je stage.
- Bespreek in de les in groepjes hoe het invullen ging: wat ging goed, wat hielp, wat werkte minder? Hoe ga je het in het vervolg gebruiken?