4 Motivatie

Tessa Mearns

Aanvullende reflectieve opdrachten

• Beschrijf je eigen ervaringen met het leren van talen en je eigen motivatie daarvoor. Ging dat altijd goed? Ging het soms minder goed? Gebruik de kennis die je hebt opgedaan in hoofdstuk 4 over motivatie om te reflecteren op je ervaringen: herken je elementen uit het hoofdstuk in je eigen ervaringen? In hoeverre lag je motivatie (of demotivatie) aan interne of externe factoren? Welke rol had je docent of leeromgeving hierin? Welke lessen kun je hieruit halen voor jouzelf als taaldocent? En ten slotte: vergelijk jezelf ook eens met ‘de gemiddelde leerling’. Die bestaat natuurlijk niet, maar toch: zou het zo kunnen zijn dat jouw motivatie en jouw bereidheid om deel te nemen in de talenles (en alles wat daarmee te maken had) groter was? Hoe komt dat?
   
• In hoofdstuk 10 over taalbeleid, CLIL en tweetalig onderwijs, evenals in alle hoofdstukken van deel 3 van het handboek, wordt voorgesteld dat er bij de talen naast taalvaardigheid ook structureel aandacht zou moeten zijn voor cultuurbewustzijn, taalbewustzijn en interculturele communicatieve competentie. Welke invloed zouden deze vakonderdelen hebben, uitgaande van de motiverende strategieën (MotS) die in paragraaf 4.2 besproken worden?
   
• Sta eens stil bij jouw eigen motivatie als docent. Wat heeft je gemotiveerd om (taal)docent te worden? Word je nu nog door dezelfde factoren gemotiveerd? Indien je motivatie op dit moment heel sterk is, waardoor komt dat en hoe kun je ervoor zorgen dat het zo blijft? En als je je op dit moment minder gemotiveerd voelt, waardoor zou dat kunnen komen? Welke stappen kun je zetten om in die situatie verbetering aan te brengen? Denk aan het voorbeeld van Sarah. Indien nodig, praat hierover met je coach, begeleider, supervisor of teamleider en probeer om concrete stappen te formuleren (en te zetten!).