Hoofdstuk 6
Kwalificatiekader voor de opleidingen sociaal werk in Vlaanderen
In het kader van de Vlaamse kwalificatiestructuur, uitgewerkt in 2009, dienen alle opleidingen hoger onderwijs per domein (bijvoorbeeld sociaal werk) en per niveau (hbo-5-bachelor-master) hun gezamenlijke leerresultaten te bepalen en die ter validatie voor te leggen aan de Nederlands-Vlaamse accreditatieorganisatie (NVAO). Leerresultaten omvatten de eindkwalificaties die studenten moeten behalen aan het einde van hun opleiding. Hoewel de domeinspecifieke leerresultaten (DLR) Vlaamsbreed in consensus zijn uitgewerkt, kan elke opleiding haar autonomie behouden om deze DLR’s te vertalen naar opleidingsspecifieke leerresultaten (OLR).
Pas recent, in 2019, werd het domeinspecifieke leerresultatenkader voor de hbo-5-opleiding maatschappelijk werk vastgelegd (NVAO, 2019). Dit kader bestaat uit veertien DLR’s. Drie jaar eerder, in 2016, werd het domeinspecifieke leerresultatenkader vastgelegd voor de professionele bachelors sociaal werk aan de hogescholen (NVAO, 2016). Dit kader bevat vijftien DLR’s, opgedeeld in vijf delen: (1) contact leggen en oriënteren; (2) stimuleren tot zelfontwikkeling; (3) sociaal-agogische expertise inbrengen; (4) vermaatschappelijken en (5) professioneel werken en ontwikkelen. Een jaar later, in 2017, werden ook de domeinspecifieke leerresultaten van de masteropleidingen sociaal werk bekrachtigd door de NVAO (2017). Dit kader bevat acht DLR’s, niet nader opgedeeld.
Door het vastleggen van domeinspecifieke leerresultaten wordt de Vlaamse kwalificatiestructuur uitdrukkelijk gekoppeld aan het Europees kwalificatieraamwerk, waardoor verschillende opleidingssystemen uit de Europese Unie makkelijk met elkaar kunnen worden vergeleken.