Professionalisering van sociaal werk

Hoofdstuk 6

Structuur van het onderwijs sociaal werk in Nederland

Opleidingen op niveau 4 horen in Nederland bij het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en worden daar middenkaderopleidingen genoemd. De opleidingen voor sociaal werk vallen onder de sector zorg, welzijn en sport, en worden verzorgd door 43 regionale opleidingscentra (roc’s) en door enkele aangewezen (niet-bekostigde) onderwijsinstellingen. De mbo-opleiding sociaal werk heeft twee niveau-4-profielen: sociaal-maatschappelijk dienstverlener en sociaal-cultureel werker. De mbo-opleiding pedagogisch werk heeft twee niveau-4-profielen: gespecialiseerd pedagogisch medewerker en onderwijsassistent. De mbo-opleiding maatschappelijke zorg heeft vier niveau-4-profielen: persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg, agogisch medewerker ggz, thuisbegeleider, en persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen. De mbo-opleidingen kennen twee varianten: de beroepsopleidende leerweg (bol) als voltijdsonderwijs met stages, en de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) als duale leerweg met een leer-arbeidsovereenkomst. Afgestudeerden met een mbo-4-opleiding kunnen doorstromen naar de AD- en de bacheloropleidingen van het hbo.

In Nederland worden vanaf 2013 tweejarige associate degree-opleidingen aangeboden aan diverse hogescholen, zowel in voltijd als in deeltijd (120 EC). Enkele AD-opleidingen zijn generiek gericht op sociaal werk, de meeste zijn specifiek gericht op één werkterrein of doelgroep, Met een AD-opleiding kunnen afgestudeerden aan de slag als professional of doorstromen naar één of meer aangewezen bacheloropleidingen.

Bacheloropleidingen sociaal werk worden in Nederland alleen aan hogescholen aangeboden, in voltijd-, deeltijd- en duale routes. Deze opleidingen beslaan vier jaar (240 EC) en leiden op tot startbekwaamheid als sociaal werker en bieden de mogelijkheid tot doorstroming naar een masteropleiding. In Nederland zijn er negentien bekostigde hogescholen die de bachelor social work aanbieden. Daarnaast zijn er drie aangewezen (niet-bekostigde) instellingen die een bacheloropleiding social work aanbieden.

Ook de masteropleidingen social work worden in Nederland alleen door hogescholen aangeboden, bij drie instellingen (Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en een partnerschap tussen de Hanzehogeschool en de NHL Steden Hogeschool). Deze professionele masteropleidingen worden gekenmerkt door hun nauwe band met het werkveld en hun gerichtheid op praktijkontwikkeling. Bij drie andere hogescholen (Hogeschool Leiden, Hogeschool Utrecht en Saxion) wordt een master aangeboden onder een verwante naam. Deze masterprogramma’s beslaan twee jaar (60 EC). Masterstudenten doen zelfstandig praktijkgericht onderzoek, soms aangevuld met praktijkverbeteringsactiviteiten. Ook enkele aangewezen instellingen bieden een masterprogramma aan.

Hoewel de universiteiten in Nederland geen specifieke bachelor- of masteropleidingen social work aanbieden, is er wel de mogelijkheid tot promoveren. Aan twee universiteiten zijn leerstoelen sociaal werk verbonden (Universiteit voor Humanistiek en Universiteit van Tilburg). Vaak zijn lectoren van de hogescholen betrokken als copromotor. Bij de overige universiteiten kunnen promovendi terecht bij de sociale wetenschappen.

Wetenschappelijk onderzoek is in Nederland een kerntaak van universiteiten en van lectoraten van hogescholen. Ook hier ligt het accent bij universiteiten op fundamenteel, theoriegericht onderzoek, en bij de lectoraten van hogescholen op praktijkgericht onderzoek. Bij beide is er een verbinding tussen onderzoek en onderwijs die zorgt voor onderlinge wisselwerking. Ook roc’s zijn vanaf 2015 gestart met onderzoeksactiviteiten in de zogenoemde practoraten. Practoraten zijn gericht op het ontwikkelen en delen van kennis en ervaring, met als doel kwaliteitsverbetering van het onderwijs (zie www.practoraten.nl).