Hoofdstuk 6
Structuur van het onderwijs sociaal werk in Vlaanderen
In Vlaanderen wordt vanaf 2019 het hbo-5-onderwijs sociaal werk aangeboden aan verschillende hogescholen. Deze opleidingen hebben verschillende namen (maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk) en duren twee jaar (120 EC). De hbo-5-opleidingen sociaal werk zijn gericht op beroepsvorming tot startklare professionals of fungeren als doorstroom naar het bacheloronderwijs. Voor dit laatste worden specifieke verkorte leertrajecten ontwikkeld.
De bachelorstructuur voor sociaal werk in Vlaanderen is tweeledig en bestaat uit een professionele en een academische bachelor. De professionele bachelor wordt gevolgd aan een hogeschool en beslaat drie jaar (180 EC). Professionele bachelors leiden op tot beroepsbekwame professionals die meer theoretisch geschoold zijn dan in een hbo-5-opleiding en die rechtstreeks aan de slag kunnen als sociaal werker. In Vlaanderen zijn er elf hogescholen, die elk een professionele bacheloropleiding sociaal werk aanbieden.
De academische bachelor beslaat eveneens drie jaar (180 EC) en bereidt voor op een masteropleiding. Er bestaan geen specifieke academische bachelors sociaal werk, hoewel sommige hier wel nauw bij aansluiten. Aan de Universiteit Gent bijvoorbeeld, kunnen studenten een academische bachelor in de pedagogische wetenschappen volgen en vervolgens in het derde jaar kiezen voor de optie sociale agogiek. Maar ook andere academische bacheloropleidingen bieden toegang tot het masterprogramma sociaal werk.
Na het behalen van een professionele dan wel academische bacheloropleiding kan men doorstromen naar de masteropleiding sociaal werk. In Vlaanderen zijn er drie universiteiten die een masteropleiding sociaal werk aanbieden: Universiteit Gent, Universiteit Antwerpen en KULeuven (de laatste biedt een master in het sociaal werk en sociaal beleid aan). De masteropleiding bestaat uit één jaar (60 EC), dat wordt voorafgegaan door een voortraject. Professionele bachelors sociaal werk doorlopen eerst een schakelprogramma van één jaar (60 EC), waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan onderzoeksmethodologische vakken. Academische bachelors doorlopen een eenjarig voorbereidingsprogramma (60 EC), voornamelijk gericht op praktijkvakken. Na het behalen van het schakel- of voorbereidingsprogramma kunnen studenten het masterjaar sociaal werk aanvatten. Hetzelfde traject is voorzien voor andere professionele en academische bachelors dan het sociaal werk, weliswaar met een zwaarder schakel- dan wel voorbereidingsprogramma (bijvoorbeeld voor de professionele bachelor verpleegkunde of de academische bachelor politieke wetenschappen).
Tot slot bieden de Vlaamse universiteiten ook de mogelijkheid om te doctoreren in het sociaal werk. Dit kan worden beschouwd als het sluitstuk in een volledig uitgetekend academisch traject voor het sociaal werk.
Naast het onderwijs hebben zowel de hogescholen als de universiteiten een kerntaak in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Waar de hogescholen praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek (PWO) opzetten, gericht op praktijkontwikkeling, doen universiteiten aan fundamenteel onderzoek, dat in eerste instantie tot doel heeft een bijdrage te leveren aan theorieontwikkeling. In een wetenschapsdomein als het sociaal werk, waar praktijk en theorie noodzakelijkerwijs nauw met elkaar verbonden zijn, is dit onderscheid tussen praktijkgericht en fundamenteel onderzoek echter niet zo strak. Zowel aan de hogescholen als aan de universiteiten zijn de onderzoeksagenda’s en de bijbehorende onderzoekscentra nauw verbonden met het onderwijs. Doordat docenten veelal een dubbele opdracht hebben van lesgeven en (het begeleiden van) onderzoek, is er een grondige wisselwerking tussen onderwijs en onderzoek.