Hoofdstuk 5
- Benoem de vier stappen van het PLISSIT-model. Beschrijf het doel van elke stap.
- Welke specifieke aandachtspunten, naast algemene gespreksvaardigheden, zijn er in dit hoofdstuk genoemd waar je als hulpverlener rekening mee dient te houden tijdens het voeren van een gesprek met betrekking tot seksualiteit?
- Deze opdracht voer je in een klein groepje (maximaal vijf personen) uit. Kies eerst individueel tien woorden waar je aan denkt bij het woord seksualiteit. Vervolgens vergelijk je de woorden met elkaar. Daarna reflecteer je met elkaar met behulp van de volgende vragen:
- Wie had dezelfde woorden, misschien zelfs in dezelfde volgorde?
- Hoe zou dit komen?
- Hoe vond je het om de woorden aan een ander te laten zien?
- Heb je een grens ervaren?
- Heb je alles opgeschreven wat er in je opkwam of heb je censuur toegepast?
Ook voor iedere cliënt is het begrip seksualiteit net even iets anders. Als hulpverlener moet je dus duidelijk krijgen wat de cliënt eronder verstaat.
- Wat betekent dat voor de hulpverlening?
- En wat betekent dat voor jou als hulpverlener?