Oefeningen H10 Eindoefeningen H18 H17 H16 H15 H14 H13 H12 H11 Introductie H9 H8 H7 H6 H5 H4 H3 H2 H1 Oef. 1 (reactie) Oef. 2 (vocabulaire tijd) Oef. 3 (perfectum regelmatig (1)) Oef. 4 (perfectum regelmatig (2)) Oef. 5 (perfectum onregelmatig) Oef. 6 (perfectum met hebben of zijn) Oef. 7 (perfectum met werkwoorden zonder ge-) Vul de juiste vorm van het perfectum in.Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening. 1 - wonen Waar hebben jullie het langst ?2 - huren Ik heb een nieuwe woning .3 - ruilen Heb je de spijkerbroek nog ?4 - kosten Hoeveel heeft die broek ?5 - proberen Hoe vaak heb je het ?6 - proevenZij heeft nog nooit stamppot andijvie geproefd.7 - stoppenWe zijn om 13.00 uur met de les .8 - lukkenIs jouw film in Venetië ?9 - bellen Heb je nog met je zus ?10 - spelen Ze hebben in het weekend in de tuin . Controleer oefening Oké