Oefeningen H10 Eindoefeningen H18 H17 H16 H15 H14 H13 H12 H11 Introductie H9 H8 H7 H6 H5 H4 H3 H2 H1 Oef. 1 (reactie) Oef. 2 (vocabulaire tijd) Oef. 3 (perfectum regelmatig (1)) Oef. 4 (perfectum regelmatig (2)) Oef. 5 (perfectum onregelmatig) Oef. 6 (perfectum met hebben of zijn) Oef. 7 (perfectum met werkwoorden zonder ge-) Vul de juiste vorm van het perfectum in.Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening. 1 - passenHeb je beide T-shirts ?2 - spellenJe hebt mijn naam niet goed .3 - controleren Wat heeft de dokter ?4 - makenHij heeft heerlijke spaghetti .5 - pinnenIk heb 70 euro .6 - halenWat hebben jullie op de markt ?7 - trakterenHeeft hij op zijn verjaardag ook ?8 - regenenHet heeft gisteren de hele dag .9 - werkenIk heb lang aan de opdrachten . Controleer oefening Oké