Volgende Vorige Oefeningen Introductie H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 H9 H10 H11 H12 H13 H14 H15 H16 H17 H18 Eindoefeningen Oef. 1 (reactie) Oef. 2 (vocabulaire tijd) Oef. 3 (perfectum regelmatig (1)) Oef. 4 (perfectum regelmatig (2)) Oef. 5 (perfectum onregelmatig) Oef. 6 (perfectum met hebben of zijn) Oef. 7 (perfectum met werkwoorden zonder ge-) Vul de juiste vorm van het perfectum in. Kies voor het werkwoord hebben of zijn. Als je alles hebt ingevuld, klik dan op: Controleer oefening. 1. Ik naar de huisarts gefietst.2. de film gelukt?3. De serveerster de menukaart gehaald.4. je lang bij de makelaar gebleven?5. Hoe dat gebeurd?6. je dit met hem overlegd?7. We begonnen met een voorgerecht.8. u de rekening betaald?9. Je te vroeg gestopt.10. jullie in die kledingzaak geweest? Controleer oefening Oké