Een motivatieprofiel:

1.   ?    beschrijft deelnemers in relatie tot sociaal-agogische doelen.
2.   ?    beschrijft deelnemers in relatie tot voorkeuren.
3.   ?    beschrijft deelnemers in relatie tot sociaal-agogische activiteiten.

De 'vraag achter de vraag' betekent:

1.   ?    waar is de vraag precies een uiting van?
2.   ?    waarom en voor wie is de vraag precies een probleem?
3.   ?    wat wordt er precies bedoeld met de vraag?

Wat is een SMARTE doelformulering?

1.   ?    Doelen zijn slim bedacht.
2.   ?    Doelen volgen de criteria van goede doelformulering
3.   ?    Doelen zijn haalbaar en meetbaar.

Een prototype of format helpt de instelling:

1.   ?    bij de overdracht van taken en bij hergebruik van een programma.
2.   ?    bij het verkrijgen van inzicht in een programma.
3.   ?    bij het bepalen van taken en werkzaamheden van een programma.

De binnenkant van een visie is:

1.   ?    de interne visie.
2.   ?    de onuitgesproken visie.
3.   ?    de onbewuste visie.

Visieonderzoek is nodig omdat:

1.   ?    conflicten tussen individuele en collectieve niveaus voorkomen kunnen worden.
2.   ?    een beroepskracht het niet altijd eens hoeft te zijn met de instellingsvisie.
3.   ?    sommige beroepskrachten een gebrek aan visie hebben.

Ondernemerschap is:

1.   ?    resultaatgerichtheid.
2.   ?    bewustzijn en beïnvloeding van de opbrengst van een programma.
3.   ?    inspelen op vraag en aanbod in de sociale sector.

Kwaliteitsmeting heeft alleen zin als:

1.   ?    er een keurmerk wordt afgegeven.
2.   ?    de uitkomsten worden besproken met deelnemers.
3.   ?    er heldere indicatoren en maatstaven zijn gegeven.

De drie logische niveaus van kwaliteitszorg zijn:

1.   ?    inspiratie - vermogens - resultaten.
2.   ?    resultaten - tijd - geld.
3.   ?    menskracht - organisatie - middelen.

Asset-Based Community Development is:

1.   ?    een methode die duidelijke doelen nastreeft.
2.   ?    een methode die gebruikmaakt van het professionele netwerk in een buurt.
3.   ?    aansluiten op mogelijkheden en niet starten vanuit tekorten of belemmeringen.

Bij resultaatgericht werken zal de activiteitenprogrammeur:

1.   ?    zorgen dat de kwaliteitsnormen van de instelling worden behaald.
2.   ?    altijd de belangen van de cliënten voorop stellen.
3.   ?    zodanig sturen dat cliënten het resultaat zullen beschouwen als gevolg van eigen inspanningen.

Een logisch en stevig verband tussen taak, doel en inhoud in een programma:

1.   ?    zorgt ervoor dat er geen inbreuk op het plan van aanpak zal plaatsvinden.
2.   ?    maakt een programma helder en duidelijk voor cliënten en deelnemers.
3.   ?    bevordert de samenhang en helpt om de juiste accenten te leggen.

Om tot een juiste keuze voor de inhoud van een programma te komen zal een agoog:

1.   ?    deelnemers observeren en ermee in gesprek komen.
2.   ?    over voldoende repertoire moeten beschikken.
3.   ?    regelmatig overleg moeten voeren met de uitvoerders.

Wat wordt bedoeld met 'fragmentatie van hulpverlening'?

1.   ?    Verspreiding van hulp over meerdere disciplines.
2.   ?    Te grote versnippering van hulp.
3.   ?    Kleine stapjes zetten in hulpverlening.

Vraaggericht werken is belangrijk, maar:

1.   ?    is onmogelijk in situaties die dringend ingrijpen noodzakelijk maken.
2.   ?    ook een aanbodgerichte aanpak kan soms nodig zijn.
3.   ?    mag nooit domineren over marktgerichtheid.

Visie kan worden gedefinieerd naar intentie en naar gedrag. Dat betekent:

1.   ?    dat er verschil kan zijn tussen wat je vindt en wat je doet.
2.   ?    dat er soms van de beste bedoelingen weinig terechtkomt.
3.   ?    dat visie niet altijd haalbaar is.