-
De kern van de theorie wil:
-
denken en doen meer samen laten vallen.
-
ontwerpen en programmeren ontleden in vier kwadranten.
-
kwadranten en perspectieven met elkaar verbinden.
-
Conceptmatig ontwerpen betekent:
-
eigen initiatief en verantwoordelijkheid toelaten bij de uitvoering.
-
het verwerken van diverse opvattingen in het ontwerp.
-
stap voor stap ontwerpen.
-
Agogiek is de praktijkleer van het agogisch handelen, d.w.z.:
-
logisch en planmatig begeleiden en uitvoeren.
-
sociale processen analyseren en begrijpen.
-
op systematische en planmatige wijze methodisch begeleiden en ondersteunen van veranderingsprocessen.
-
Muzische of creatieve benaderingen zijn:
-
toepasbaar in alle sociaal-agogische werksituaties.
-
vooral geschikt voor functies van educatie en cultuur.
-
activiteitenprogramma's en vrije tijd.
-
Het beschrijven van programma's kan nodig zijn voor:
-
onderzoek en inzicht - efficiency en effectiviteit - overdracht van taken.
-
onderzoek en ontwikkeling - vernieuwing en innovatie - overdracht van taken.
-
ontwikkeling en innovatie - overdracht en communicatie - registratie en verantwoording.
-
Sociaal-agogische programmering is voor alle sociale beroepen:
-
een afgebakend gebied van eigen deskundigheden en specialisaties.
-
een afgebakend gebied van doelgerichte beroepshandelingen met een agogisch doel.
-
een afgebakend gebied van activiteiten en diensten, programma's en projecten.
-
Het overlappende gebied van welzijn en zorg is:
-
het programmeren in kwadranten en perspectieven.
-
de multidisciplinaire samenwerking.
-
agogische begeleiding en ondersteuning.
-
Schriftelijke programma's helpen om:
-
doelen op langere termijn te realiseren en ontwikkelen en effecten in beeld te brengen.
-
doelen gemakkelijker te bereiken en bijtijds bij te stellen.
-
een beter inzicht te krijgen in het eigen aanbod.
-
Een basismethodiek van Social Work is:
-
een door alle sociale beroepen gedeelde ethiek van handelen.
-
een fundament onder sociaal-agogische programmering voor alle sociale beroepen.
-
een breed fundament van handelingsmodellen voor alle sociale beroepen.
-
De agogische plancyclus bestaat uit de stappen:
-
oriënteren, ontwerpen, interveniëren, evalueren.
-
informeren, organiseren, uitvoeren, evalueren.
-
contactleggen, ontwerpen, plannen, uitvoeren.
-
Programmering is volgens de kern van de theorie van 'Denken en doen' een constant leerproces:
-
door de wisselwerking tussen deelnemers en begeleiders.
-
door de wisselwerking tussen managers en uitvoerders.
-
door de wisselwerking tussen actie en reflectie.
-
Perspectieven zijn:
-
langetermijnontwikkelingen.
-
vervolgmogelijkheden.
-
verschillende gezichtspunten en belangen.
-
Kwadranten zijn:
-
gescheiden taakgebieden.
-
elkaar beïnvloedende taakgebieden.
-
beroepsfuncties.
-
Kenmerkend voor het R4-kwadrantenmodel is:
-
de inzet van het hele brein.
-
de koppeling tussen ontwerp en uitvoering.
-
de inzet en participatie van cliënten en doelgroepen.
-
De verbinding tussen kwadranten en perspectieven zorgt voor:
-
afwisseling en dynamiek in ontwerp en uitvoering.
-
een planmatige aanpak, gericht op grotere doelmatigheid.
-
denk- en handelingsomgevingen met steeds een ander karakter.
-
De kwadranten volgen elkaar op volgens de volgorde van:
-
de agogische plancyclus.
-
de agogische methodiek.
-
de agogische kwadratering.
-
Het geheim van succesvolle programmering is:
-
de deskundigheid van de professional.
-
de combinatie van het juiste ontwerp en een perfecte organisatie.
-
het maken van de juiste inschattingen van situaties en ontwikkelingen.
-
De vier perspectieven:
-
dwingen je om steeds een analyse te maken van wat je doet.
-
laten je steeds op een andere manier kijken.
-
laten de langere ontwikkelingen in programma’s zien.
-
Rekenschap, richting, ruimte en resultaat vertegenwoordigen:
-
vier verschillende methoden van analyse.
-
vier kijkwijzers voor programmering.
-
vier kijkwijzers voor programmering plus één.
-
In de theorie van dominante denk- en gedragspatronen zijn:
-
de onderste twee kwadranten die van de sociaal-agogische relatie.
-
de onderste twee kwadranten de structurele en sociaal-emotionele.
-
de onderste twee kwadranten de primaire gedeelten.
-
De combinatie van de kwadranten van onderzoek en organisatie betreft:
-
management en beheer.
-
professionele deskundigheid en programmatische effectiviteit.
-
informatie verzamelen, methodiek en aanpak.
-
De combinatie van de kwadranten van ontwerp en uitvoering gaat over:
-
kwaliteit en resultaat.
-
vernieuwing en verandering.
-
de sociaal-agogische relatie.