-
Een kenmerk van de beginsituatie is:
-
dat zij dynamisch is en steeds verandert.
-
dat zij altijd een probleem beschrijft.
-
dat zij het onveranderlijk uitgangspunt is voor het programma.
-
Een prototype of format van een activiteitenbeschrijving is:
-
conceptueel als een verhaal uitgewerkt.
-
conceptueel met een puntsgewijze, heldere indeling.
-
conceptueel met zoveel mogelijk gegevens.
-
'Gelegenheden optimaal benutten' betekent:
-
capaciteiten binnen de organisatie goed inzetten.
-
kansen scheppen en kansen grijpen.
-
het juiste moment kiezen.
-
Voor multidisciplinaire samenwerking is het vooral nodig:
-
de deskundigheden van de ander te benutten.
-
de eigen kracht en mogelijkheden goed te kennen.
-
veel ruimte te geven aan de samenwerkingspartners.
-
Het succes van een programma is afhankelijk van:
-
de inzet van de deelnemers.
-
de juiste begeleidingsstrategie.
-
de aansluiting tussen gewenste competentieontwikkeling, inhoud en vormgeving.
-
Voor ontwerpen zijn de bekende activiteitengebieden:
-
richtinggevend en een houvast om inhoud en vorm te kiezen.
-
specialisaties voor de ontwikkeling van beroepscompetenties.
-
niet méér dan startpunt voor inspiratie en verkenning van mogelijkheden.
-
De discussie over de relatie tussen doel en middel is bij creatieve en culturele activiteiten alleen zinvol als:
-
manier om rekenschap af te leggen over de keuze van inhoud en vormgeving.
-
manier om het belang van kunst en creativiteit te onderstrepen.
-
de deelnemers daar zelf een bijdrage aan kunnen leveren.
-
Activiteiten kunnen op allerlei manieren en niveaus de inzet en ontwikkeling van persoonlijke bekwaamheden stimuleren.
-
Het is de opdracht de deelnemer daarvan bewust te maken.
-
Het is de uitdaging de juiste mogelijkheden en potenties te zien, te activeren en te benutten.
-
Het is de bedoeling de deelnemer te laten oefenen met de intrinsieke krachten van activiteiten
-
Spel kan de agoog helpen de innerlijke wereld van de cliënt te onderzoeken:
-
door op een veilige manier blokkades of remmingen op te sporen en op te heffen.
-
door steeds nieuwe uitdagingen aan te bieden om grenzen te verleggen.
-
door de cliënt in zijn spel te stimuleren.
-
Het verenigingsleven en groeps- of buurtactiviteiten kunnen betekenis hebben voor (ambulante) hulpverlening, omdat:
-
deelnemers elkaar positief beïnvloeden en activeren.
-
zij sociale netwerken kunnen versterken die van belang zijn voor de hulpverlening.
-
het vindplaatsen zijn voor (de werving van) vrijwilligers.
-
‘Muzisch' verwijst naar:
-
muziek en andere uitingsvormen.
-
cultuur en creativiteit.
-
muzen, godinnen van de kunsten.
-
Muzische activiteiten combineren:
-
muziek, drama en beeldende kunst.
-
formele en logische denkpatronen met impulsieve en emotionele beleving.
-
het denken en doen.
-
‘Ludisch' verwijst naar:
-
ludiek en grappig.
-
op een ontspannende manier serieuze zaken aankaarten.
-
spel en spelen.
-
Participatie en zelfverantwoordelijkheid in een programma kunnen:
-
inhoud en vormgeving behoorlijk veranderen.
-
inhoud en vormgeving behoorlijk in de weg zitten.
-
inhoud en vormgeving behoorlijk ingewikkeld maken.
-
Benoem de vijf structuren van oordeel en ervaring (Parsons).
-
Kinetisch, expressief, auditief, verbaal, visueel.
-
Voelen, ruiken, proeven, horen, zien.
-
Associatief, mimetisch, expressief, formeel, autonoom.
-
Wat is de functie van een programmavoorstel?
-
Het levert materiaal voor innovatie van het aanbod.
-
Het levert alle gegevens voor uitwerking in een plan van aanpak.
-
Het levert de noodzakelijke informatie om beslissingen te kunnen nemen.
-
Ondernemend programmeren is:
-
het planmatig en doelgericht beïnvloeden van het spel van vraag en aanbod.
-
innovatieve diensten en activiteiten aanbieden.
-
samenwerken met andere partners om betere prestaties te krijgen.
-
Sociale vernieuwing vraagt waar mogelijk om:
-
cliënten en doelgroepen actief op te sporen.
-
cliënten en doelgroepen een actieve bijdrage te laten leveren.
-
cliënten en doelgroepen met nieuw aanbod te confronteren.