1. Hoe was jij als puber? Kun je, met de theorie uit dit hoofdstuk, je gedrag als puber  verklaren? Hoe komt het dat jij ‘was wie je was’?
2. Piaget en andere ontwikkelingspsychologen hebben het over verschillende stadia van ontwikkeling. Als je nu kijkt naar de jongeren in jouw omgeving kun je die stadia herkennen. Welke stadia kun je onderscheiden? Waar blijkt dit uit? Welke ondersteuning vraagt de jongere aan jou, vanuit zijn gedrag? Werk een voorbeeld uit waarbij je het gedrag van een jongere uit jouw praktijk beschrijft, zijn of haar gedrag verklaart en wat zijn of haar onderliggende hulpvraag zou kunnen. Beschrijf ook hoe je deze hulpvraag aanpakt.
3. Ontwerp een activiteit waarbij de jongere in jouw groep zo veel mogelijk van zijn (puber)kwaliteiten kan benutten.
4. Wat zijn de risico’s van de puberjongeren uit jouw praktijk? Heb je dit al eens m et je collega’s besproken? Wat heb je nodig om hierover in gesprek te gaan? 

 

Wil je liever alle eindopdrachten in één keer downloaden? Klik dan hier voor het pdf-document waarin alle opdrachten zijn verzameld.