Wat staat er op het spel?

Extra opdrachten

Extra opdrachten bij deel 3

De casusanalyses in deel 3 hebben heel concreet en gedetailleerd zichtbaar gemaakt welke cruciale rol zin- en betekenisgeving spelen in alledaagse situaties. Zichtbaar wordt hoe mensen er wel of niet in slagen om op elkaar af te stemmen, hoe dit de ene keer leidt tot een vanzelfsprekend, stilzwijgend verstaan van elkaar en de andere keer tot jammerlijke misverstanden. In de casussen gaat het vooral om de afstemming tussen cliënt en sociaal werker. Beiden verschijnen in deze analyses als betekenisgever.

Hierna is de aandacht volledig gericht op de mens als betekenisgever. Het gaat dan om hermeneutische vragen als: hoe staat iemand in het leven, in de wereld? Wat is iemands opvatting over het goede leven, over kwaliteit van leven? Wat is iemands kijk op de goede, rechtvaardige samenleving? Waar gaat het volgens hem of haar uiteindelijk om in het menselijk leven? Wat is de kern van het mens-zijn? Wat raakt de kern van iemands eigen bestaan? Wat is essentieel voor iemand? Waar staat iemand voor? Welke waarden zijn er voor iemand in het geding? Wat staat er voor iemand op het spel?

Het gaat hier om wat wel ‘levensvragen’ genoemd worden. Levensvragen zijn trage vragen, vragen over hoe om te gaan met kwetsbaarheid, afhankelijkheid, eindigheid, verlies, vriendschap, liefde, trouw, onzekerheid, gezondheid en ziekte, leven en dood, maakbaarheid en overgave. Hoe komen deze vragen aan bod in de details van ons dagelijks leven, in de levensverhalen die we met ons meedragen en die we vaak bij stukjes en beetjes aan elkaar vertellen?

 

Zingeving en betekenisgeving

De termen ‘zingeving’ en ‘betekenisgeving’ worden in het boek niet gebruikt in de smalle betekenis van een van de leefgebieden waar we als sociaal werkers onze cliënten soms naar vragen. Zij worden gebruikt als integraal onderdeel van iemands levenswijze. Deze termen verwijzen naar de manier waarop we de sociale werkelijkheid waarin we leven, en daarmee ook ons leven zelf, construeren tot een betekenisvol geordend geheel (zie bijlage 3 over het sociaal constructionisme). Deze betekenis toont zich onder andere in de verhalen die we elkaar vertellen en in de manier waarop we deze vertellen. En dan gaat het niet alleen om grote verhalen over het leven, maar ook om kleine levensverhalen, praktijkverhalen, anekdotes, beeldspraken, gezegdes en metaforen. Hierin lichten als het ware bepaalde waarden en waardenoriëntaties/ideeën over het goede leven op.

 

Sociaal werk en zielzorg

In de podcastserie over de GGZ pleit Jim van Os er sterk voor om in de psychiatrie veel meer aandacht te besteden aan de hermeneutische benadering van mensen. Hij spreekt zelf over aandacht besteden aan de existentiële dimensie van het leven, aan existentiële vragen en de zorg voor de ziel. Hij spreekt over de mens als psycho-bio-sociaal zielswezen. De psychiater als zielzorger!

Het boek pleit ervoor dat wij als sociaal werkers ook oog en aandacht hebben voor de ziel van cliënten. Dit roept de vraag op in hoeverre sociaal werkers ook zielzorger moeten zijn. Kijken in de ziel en zorgen voor de ziel. De term ‘zielzorger’ is echter enigszins beladen. En vaak is deze zorg uitbesteed aan mensen die daarvoor op academisch niveau een specialistische opleiding hebben gevolgd: geestelijk verzorger of humanistische raadsman/-vrouw. Het boek pleit er niet voor om deze specifieke functies af te schaffen. Ongetwijfeld staat Jim van Os dat ook niet voor ogen. Waar het om gaat is dat existentiële vragen (vragen rondom zin- en betekenisgeving) veel meer geïntegreerd moeten worden in het ‘gewone’ werk, niet alleen van psychiaters, maar ook van ons als sociaal werkers. En mogelijk ook voor andere beroepen, bijvoorbeeld huisartsen.

Het gaat er vooral om meer oog te krijgen voor deze dimensie van het leven en over de taal te beschikken om daar met cliënten of patiënten over te kunnen spreken. Hoe doen we dat? Onderstaande podcasts en films kunnen ons daar mogelijk bij helpen.

Let op: besef dat tijdens het luisteren en kijken naar anderen niet alleen de anderen, maar ook wijzelf – juist in de manier waarop wij kijken en luisteren – als betekenisgever zichtbaar worden. We nemen niet neutraal waar. Want in de manier waarop we kijken en luisteren wordt zichtbaar hoe we zelf in het leven en in de wereld staan.

 

1. Zin in het alledaagse: een podcastserie van Trouw

De opdrachten hierna gaan over deze podcastserie.

Uiteraard kun je alle afleveringen beluisteren, maar hieronder is een selectie hieruit gemaakt. Beantwoord voor elke podcast de vragen hierna.

‘Op de vraag naar de zin van het leven antwoordt iedereen met een opsomming van zijn eigen levensloop, zo zei de Hongaarse schrijver Georgy Konrad ooit. In een nieuwe podcastserie gaat filosofieredacteur Peter-Henk Steenhuis op zoek naar deze verhalen. Niet in literatuur, theologische, filosofische, psychologische verhandelingen maar bij ‘iedereen’ zoals Konrad schrijft. (..) Steenhuis zoekt het soort verhalen van mensen die zo belangrijk zijn, dat ze voor de rest van hun leven richtinggevend zijn. Die zin geven. Wat is dan die zin, hoe moeten we dat voor ons zien?’

Opdracht

(1) Wat is zijn/haar eigen zingevingsverhaal? Op welke concrete manier drukt hij/zij hierin uit hoe hij/zij zin ervaart in zijn/haar leven en (weer) zin geeft aan zijn/haar leven?

(2) In hoeverre verrijkt dit verhaal jouw hermeneutisch kijken naar en denken en spreken over mensen? Dit kan jezelf betreffen of je naasten, maar ook je cliënten. Geef concrete voorbeelden.

(3) In hoeverre helpt dit verhaal jou om jouw vocabulaire als ‘zielzorger’ te vergroten? Geef enkele voorbeelden.

 

Aflevering 1 Lotte wordt doof en blind, maar redt zich wel (duur: 21.15 minuten)

‘In deze eerste aflevering: Lotte Driessen, die op haar 27ste te horen kreeg dat ze doof en blind zal worden. “Ik zou afhankelijk worden van anderen. Hoe kon ik de regie over mijn leven behouden? Wat is eigenlijk leven? Nergens viel zin te ontdekken.”

Lotte vertelt op een heldere en zeer concrete manier hoe zij weer zin in haar leven vond. Haar verhaal geeft een helder zicht op het kwijtraken van zin en het herontdekken daarvan. Voor haar waren er twee belangrijke kantelmomenten. Juist door haar eigen ervaringen is het thema zingeving voor haar heel levendig geworden. In haar werk als psychiatrisch verpleegkundige maakt ze daar dankbaar gebruik van.

 

Aflevering 5 Als Margret zingt is zij deel van het geheel (duur: 14.26 minuten)

‘In deze aflevering het verhaal van Margret Seebacher (50) die zin vindt in muziek en vooral in het zingen ervan.” Er ontstaat een diepe, woordeloze verbinding met diegenen die met mij zingen. Dat gaat spontaan, er wordt niet over nagedacht of gesproken. Er móét een gevoel van grote vreugde uit, over het moment en het samenzijn.”’

Op een heel bezielende wijze spreekt Margret Seebacher over wat voor haar heel zingevend is. Zij vertelt hoe zij samen met haar twee broers jodelt op de top van de Grossglockner! ‘Met al mijn zintuigen ben ik dan in het moment!’ Dit is iets wat zij met elkaar delen. De vreugde en de verbinding die zij met elkaar, met de muziek en te midden van dit landschap ervaren.

Zij is muziektherapeut in verpleeghuizen in Amsterdam. Ook dit is heel zingevend voor haar, juist omdat zij merkt dat met muziek bezig zijn zoveel zin en betekenis kan hebben voor de bewoners, mensen die verder niet zo heel veel meer kunnen. Hier kunnen zij zich mee verbinden. Muziek kan zoveel in beweging zetten, kan mensen troost en vreugde geven. Voor mensen die dement zijn of niet meer kunnen praten, voor mensen die stervend zijn, voor al die mensen kun je als muziektherapeut nog heel veel betekenen! Het doel is niet zozeer om mooie muziek te maken, maar om contact met elkaar te maken, iets tot leven te brengen bij de ander.

 

Aflevering 10 Chris put letterlijk zin uit het alledaagse (duur: 23.48 minuten)

‘Chris Boon (75) reed eens met vakantie door een heuvelachtig groen landschap met hier en daar wat kleine boerderijen, met heggen, fruitbomen, bloemperken. Een boer in werkkleding liep voorbij. Een vrouw hing de was op. “Mijn gedachten gaan vaak uit naar het belang van het gewone.” Dat uiterst alledaagse beeld van die vakantie, lang geleden, is hem altijd bijgebleven.’

Chris spreekt over de filosofie van het alledaagse: ‘de honger naar de room van het gewone’. Zijn zingevingsverhaal richt zich op het buitengewone van het alledaagse in plaats van het buitengewone van een leven vol avontuur, afwisseling en nieuwe ervaringen. De intieme eenvoud van het gezin kunnen beleven en onderhouden, daar gaat het hem om. Hij geeft nog enkele voorbeelden van wanneer (voor hem) het buitengewone van het gewone zichtbaar wordt. Dit beeld van het gewone is voor hem buitengewoon zinrijk. Het richt hem op hoe hij wil zijn. ‘Wat zijn mijn eigenlijke drijfveren en belangen?’ Het gaat hem om ‘de vreugde van het zijn zelf’.

 

Aflevering 12 Waarom Johannes zijn eigen dood relativeert (duur: 23.40 minuten)

‘Het leven van Johannes Klabbers (60) veranderde met een klap toen een goede vriend van hem een einde aan zijn leven maakte. Johannes bleef zitten met vragen. “Waarom doen die mensen dat nou?” Hij nam ontslag, begon als vrijwilliger in het ziekenhuis, om stervenden bij te staan. Doodgaan is niet ingewikkeld, iedereen kan het, zei René Gude. “Maar het is wel ingewikkeld om met nabestaanden te praten over doodgaan, en afscheid van hen te nemen als je weet dat je doodgaat.”’

Na de zelfmoord van een goede vriend besluit Johannes geestelijke verzorger te worden. Hij gelooft niet in God, maar beschouwt zichzelf ook niet als humanist. Humanisten zetten niet God centraal, maar de mens. ‘Ik ben eigenlijk een posthumanist. Ik vind dat de mens veel te centraal wordt gesteld in onze cultuur.’ Vervolgens legt hij deze opvatting verder uit. Dit is zijn meer algemene zingevingsverhaal.

Zijn specifieke zingevingsverhaal gaat over datgene wat zijn eigen leven zin geeft. Als geestelijk verzorger voert hij existentiële gesprekken met mensen over allerlei levensvragen. Hij spreekt als levenseindebegeleider met mensen die niet zozeer lichamelijk of psychisch, maar existentieel lijden. Zij hebben vooral behoefte aan iemand die naar hen wil luisteren. Dit werk biedt hem zin, doordat hij zich kan verbinden met mensen, met hun lijden en dat aan kan zien.

 

Aflevering 17 Voor Frank is zingeving lichamelijk (duur: 16.56 minuten)

‘De wind, het water: de adrenaline begint bij de 56-jarige Frank Braakman al te stromen als hij de auto bij het strand parkeert. Hij haalt zingeving uit zijn hobby: kitesurfen. Als hij zich overgeeft aan de wind, voelt hij dat hij leeft. “Praten mensen over zingeving, dan hebben ze het vaak over religie, over vrijwilligerswerk, over een ziekte die hen op andere ideeën gebracht heeft. Voor mij is zingeving ook lichamelijk, die al zit in extra spanning in mijn lijf nog voor ik op de plank sta.”’

Frank spreekt hartstochtelijk en geestdriftig over zijn grote hobby. Als hij het water op gaat, wordt hij één met de natuur: hij en de elementen, wind, water, lucht. Deze ervaring is zo intens dat hij de totale ruimte lijkt te vullen. Bij de eerste vlaag voelt hij een enorme natuurkracht. Bij gewoon surfen horen wind, water, snelheid. Bij kitesurfen heb je een extra dimensie: hoogte. ’Dat is werkelijk uniek!’ Het is niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk opstijgen. ‘Heel bevrijdend zo daarboven.’

‘Ik zing op het water.’ En het is niet alleen heel fysiek, maar ook vol van schoonheid, schoonheid van de natuur. Daarnaast gaat het ook om iets dat hij deelt met mensen, oftewel een groepsgevoel. ‘We vormen een gemeenschap. Je ziet mensen helemaal uit hun dak gaan. We delen dat met elkaar.’

 

2. Rusteloze zielen - scènes uit de tbs

Bekijk deze documentaire (duur: 25 minuten). Je vindt deze documentaire ook hier.

‘Tbs-patiënten in de Utrechtse Van der Hoeven Kliniek werken hard aan hun terugkeer naar de maatschappij. Ze nemen deel aan een theaterproject waarin ze geconfronteerd worden met hun eigen demonen. Kunnen ze die achter laten of zullen ze voor altijd met hen meereizen? Net als ieder ander mens hebben tbs-patiënten dromen en verlangens voor de toekomst, maar ook onzekerheden en twijfels. Ze proberen in de tbs-kliniek uit te vinden wie ze willen zijn en hoe ze die betere versie van zichzelf kunnen worden. Het theaterproject waar ze aan deelnemen helpt daarbij, al levert het ook spanningen op. Spelen de patiënten een rol, of kunnen ze echt veranderen? Het blijft een worsteling om verlokkingen van vroeger te weerstaan en niet terug te vallen in oude patronen. Om over de drempel naar vrijheid te kunnen stappen moeten ze vertrouwen hebben in een nieuw begin, ondanks het donkere verleden dat ze met zich meedragen.’

Opdracht

(1) Waarom heet deze documentaire Rusteloze zielen?

(2) Ga op zoek naar deze ‘rusteloze zielen’. In hoeverre leer je hen een beetje kennen en begin je iets te begrijpen van hoe iemand in het leven staat, wat essentieel is voor iemand, wat iemand (nog) van het leven hoopt of verwacht en wat er voor hem of haar op het spel staat? Luister naar wat enkelen van hen vertellen over zichzelf, over anderen, over de wereld. Luister naar de flarden tekst die door de documentaire heen geweven zijn. Enkele voorbeelden:

  • (00.42) ‘De wereld is een gekkenhuis en de woonkamer is het IBS.’
  • (2.35) ‘Zoeken naar wie we zijn. Zoeken naar wie we willen zijn.’
  • (16.25) ‘De geur van zwavel hangt boven de city. Hoe behoud ik mijn ziel?’
  • (24.45) ‘Rusteloze geesten zoeken hun heil tussen de heiligen.’
  • (24.51) ‘Met mijn aura verblind ik demonen die meereizen.’

 

Opdracht

(1) Hoe typeer jij het verschil tussen een tbs-behandelaar en een tbs-zielzorger?

(2) In hoeverre kunnen we diegenen die dit theaterproject leiden, ‘zielzorgers’ noemen, vind je?

(3) Wat kan deze documentaire betekenen voor jou als begeleider van je eigen cliënten?

 

3. HUMAN The movie, documentaire uit 2015 van Yann Arhus-Bertrand.

Bekijk deze documentaire (duur: 3.11.05 uur).

‘What is it that makes us human? Is it that we love, that we fight? That we laugh? Cry? Our curiosity? The quest for discovery?’

Deze lange film gaat over trage vragen, levensvragen. Aan de hand van prachtige beelden en indringende verhalen krijgen wij in een heel rustig tempo een uitgebreid palet voorgeschoteld van manieren waarop mensen in het leven staan. Mocht je zelf tijd te kort komen of het tempo te traag vinden, dan is het aan te raden om in ieder geval het begin (tot 9.37) en het eind (vanaf 2.49.48) te bekijken.

De Franse fotograaf, journalist en ecoloog Yann Arthus-Bertrand laat duizenden mensen met uiteenlopende culturele achtergronden antwoord geven op vele levensvragen. Wat maakt ons menselijk? De film toont ons zeer indringende, persoonlijke, emotionele verhalen over onderwerpen die mensen met elkaar delen: de strijd om het bestaan, gezondheid en ziekte, armoede, oorlog, liefde, seksualiteit, vriendschap, geluk, trouw, verlies, rouw, overgave, de zin van het leven, de zin van ons eigen leven, leven na dit leven, de dood.

 

Opdracht

(1) Wat leert deze film jou over de manier waarop jij zelf in het leven staat? Maak in je antwoord gebruik van de verschillende thema’s die in de film aan bod komen en de verschillende opvattingen en ideeën over het goede leven die daarin doorklinken.

(2) In hoeverre heeft deze film jou aan het denken gezet over het menselijk leven? In hoeverre zijn jouw eigen ideeën over het goede leven daardoor veranderd?

 

Opdracht

In hoeverre helpen deze afleveringen jou als zielzorger in het begeleiden van je eigen cliënten? Laat dit zien aan de hand van enkele cliëntsituaties.

 

4. ‘Dood voor beginners’, documentaireserie

De opdrachten hierna gaan over deze documentaireserie.

‘Een achtdelige documentaireserie over de kunst van het sterven. Wat weten we eigenlijk van sterven, afscheid nemen, rouwen en het leven na de dood?’

Uiteraard staat het je vrij om alle afleveringen te bekijken, maar voor deze opdrachten gebruiken we aflevering 1, 7 en 8 (duur per aflevering: ca. 30 minuten). Beantwoord voor elke aflevering de vragen hierna. Als hulpmiddel hiervoor staan per aflevering enkele vragen en uitspraken vermeld die daarin een belangrijke rol spelen.

 

Opdracht

(1) Wat leert deze aflevering jou over de manier waarop jij zelf in het leven en tegenover de dood staat? Maak in je antwoord gebruik van de thema’s, vragen en uitspraken die aan bod komen en de ideeën en opvattingen die daarin doorklinken over het goede leven.

(2) In hoeverre heeft deze aflevering je aan het denken gezet over het menselijk leven? In hoeverre zijn jouw eigen ideeën over het goede leven daardoor veranderd? Geef enkele voorbeelden.

 

Opdracht

In hoeverre helpt deze aflevering jou als zielzorger in het begeleiden van je eigen cliënten? Laat dit zien aan de hand van enkele cliëntsituaties.

 

Aflevering 1 De lange weg naar de dood

‘Anderen gaan dood, maar ik niet. Ik rijd zorgeloos langs die gebouwen met de namen waarin de dood wordt aangezegd: Cancer Centre, Antoni van Leeuwenhoek of verpleeghuis De Einder.’

Enkele vragen en uitspraken uit deze aflevering:

  • Hoe gaan we om met het onomstotelijke gegeven dat we sterfelijke, eindige wezens zijn?
  • Kun je leren om dood te gaan?
  • Verdringen wij de dood, niet alleen als individu, maar ook als samenleving?
  • Waarom zou je je druk maken over de dood? ‘Als de dood er is, ben jij er niet. Als jij er bent, is de dood er niet.’ Uitspraak van Epicurus, Grieks filosoof (341 v.C. – 270 v.C.).
  • ‘Je wordt niet echt jezelf, als je je niet bewust bent van het feit dat je een sterfelijk wezen bent.’ Uitspraak van Kierkegaard, Deens filosoof (1813-1855).
  • Een besef van onze eindigheid kan ons leven verrijken, kan ons leven op scherp zetten: waar gaat het (mij) eigenlijk om?
  • Wat is de ziel? Het woord ‘ziel’ raakt iets essentieels wat met leven te maken heeft. De ziel duidt op het verschil tussen leven en dood. De ziel maakt mij tot wat of wie ik ben.

 

Aflevering 7 Aan gene zijde

‘En als je dood bent, ga je dan naar de hemel? En wat leeft er door? De ziel? Waar blijft het lichaam? En is God daar dan ook nog ergens? Maar als er nu alleen het grote Niets is?’

Enkele vragen en uitspraken uit deze aflevering:

  • Heb ik een ziel? Of ben ik een ziel?
  • Wat is de verhouding tussen ziel en lichaam?
  • Hoe verhoud ik mij tot mijzelf als ziel?
  • Het begrip ‘ziel’ is wetenschappelijk niet zinvol. Wij zijn maar een toevallig samenraapsel van atomen. Er is niets meer dan atomen en die overleven mij. Als ik er niet meer ben, gaan die verder met hun bestaan.
  • Wij mensen zijn recente nieuwkomers in de grote kosmos. Dat houdt ons ook een bepaalde spiegel voor: wat is onze plaats in dit geheel?
  • De cocon blijft er. De geest gaat verder. Een echt antwoord op de vraag naar ‘gene zijde’ krijg je niet, maar zo werkend in de natuur krijg je wel een heel sterk gevoel dat leven niet vergankelijk is. Dat houdt niet op.
  • De ziel gaat terugkijken, reflecteren. Wat heb ik eigenlijk allemaal gedaan op aarde? Heb ik mijn pad bewandeld? Heb ik mijn doel gevonden? Je ziel is je diepste kern en is iets eeuwigs.
  • Wat is het eeuwige leven? Er schijnt iets van dat leven in ons leven door. En je mag er ook op vertrouwen dat het tijdelijke leven hier, als dat eindigt, een overgang is naar een eeuwigheid. Elk mens die dit ervaart als iets belangrijks, zal daar zelf naar op zoek moeten gaan. Dan zal je ontdekken dat die hemel veel dichterbij is dan je dacht.

 

Aflevering 8 Memento mori

‘Weet ik het nu, hoe ik moet sterven? Ik heb geleerd, geluisterd, nagedacht. Vragen gesteld en antwoorden gekregen. Maar weet ik het nu? Geef me een boek, een handleiding, een gebruiksaanwijzing.’

Enkele vragen en uitspraken uit deze aflevering:

  • In de traditie van de katholieke kerk is er een oefening om je voor te stellen dat je dood bent. Op deze manier heb je een indringende fysieke confrontatie met de eindigheid die je weer terugbrengt in het leven.
  • Op een gegeven moment is echt alles op en zul je je moeten overgeven. Als wij mensen ons dat meer eigen zouden kunnen maken, dan denk ik dat de dood een logischer, een organischer onderdeel van het leven zou kunnen zijn en dat we daar makkelijker mee om zouden kunnen gaan.
  • Het memento mori (gedenk te sterven) is voorwaarde voor het carpe diem (pluk de dag).
  • Leren omgaan met verlies, al voordat dat verlies daadwerkelijk gaat plaatsvinden. Dat is een belangrijk element van het goede leven.
  • Onze angst voor de dood is in wezen de angst om los te laten, om ons over te geven. Maar overgave is ook een voorwaarde voor het gelukkige leven. Denk bijvoorbeeld aan de slaap en de liefde. Voor allebei is overgave nodig.
  • Geef me woorden. Wie heeft er woorden over de dood? Het gaat om trage vragen. Waar leef ik voor? Waar ga ik naartoe? Wat is de betekenis van mijn leven? Daarover praten wordt vaak stamelen.
  • Wat je zelf wilt ten diepste, daar kom je niet achter door in je eentje op een stoel te gaan zitten en naar binnen te kijken. Dat ontstaat, dat ontdek je in gesprekken met andere mensen.
  • Ook het sterven zelf zou je niet alleen moeten doen.
  • Hedendaagse stervenskunst: een balans vinden tussen doen en laten. In hoeverre ga ik mee met de hedendaagse culturele druk van het doen? In hoeverre oefen ik mij in het laten?
  • Afscheid nemen is vasthouden en loslaten. Loslaten kun je niet zonder eerst vast te houden.
  • Ga in die goede nacht niet al te licht.
    De oude dag moet laaien en weerstaan;
    Raas, raas tegen het sterven van het licht.
    (Dylan Thomas, 1952)
  • Mensen dragen veel meer ideeën met zich mee dan we vaak denken. Veel mensen hebben toch een soort basisgevoel dat het niet afgelopen is. Ik denk dat dat kan helpen om angst weg te nemen, dat we met elkaar die intuïtie hebben. En intuïtie is ook een vorm van kennis. Die zou je ook serieus kunnen nemen, naast alle ander vormen van kennis.

 

Literatuur

Thomas, Dylan. (1952). Do not go gentle into that good night (P. Claes, Vert.). New York: New Directions.