Volgende Hoofdstukken Start! Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 Hoofdstuk 13 Hoofdstuk 14 Hoofdstuk 15 Audio Uitspraakoefeningen Extra oefeningen Woorden trainen met Quizlet Oefening 1 Oefening 2 Oefening 3 Oefening 4 Oefening 5 Oefening 6 Oefening 7 Oefening 8 Oefening 9 Oefening 10 Oefening 6: zijn: verleden tijd Vul de juiste vorm in van het werkwoord zijn in de verleden tijd. Let op het geslacht.Klik op 'hint' om een letter te kopen. De knop [?] toont het antwoord. Speciale tekens: ł ś 1. Nie [?] (my, vr.) jeszcze w Warszawie.2. Gdzie [?] (ty, man.) w piątek wieczorem?3. Czy Ania [?] już u lekarza?4. Nigdy nie [?] (ja, man.) w tym muzeum.5. Ich dziecko [?] bardzo wesołe. 6. Czy [?] (wy, man.) może w restauracji ‘Kolorowa’? 7. W piątek wieczorem jeszcze [?] (oni, man.) w pracy.8. Paweł [?] chory. 9. W niedzielę wieczorem [?] (my, vr.) bardzo zmęczone.10. W czerwcu [?] (my, man.) w Tunezji. controleer hint OK