Profiel van de Nederlandse overheid

Hoofdstuk 12

Vragen en opdrachten 

  1. Geef een omschrijving van de volgende (Europese) begrippen:
    • supranationaal
    • intergouvernementeel
    • subsidiariteit
    • bovenstatelijk
    • opt-out
    • groenboek
    • witboek
    • richtlijn
    • beschikking
    • verordening
    • gemeenschappelijk standpunt
    • aanbesteding
    • structuurfonds
        
  2. Schets kort de ontstaansgeschiedenis van de huidige Europese Unie.
  3. Welke rol spelen de verschillende verdragen (verdrag van Parijs, Rome, Maastricht et cetera)?
  4. Wat gebeurt er in de Europese Raad?
  5. Wie zitten er in de Raad van ministers?
  6. Beslissingen in de Raad van ministers worden genomen met een gekwalificeerde meerderheid. Wat houdt dat in? Waarom gebeurt dat op deze manier?
  7. Wat is de rol van het Coreper?
  8. Hoe en door wie wordt de Europese Commissie samengesteld?
  9. Wat zijn de taken van de Commissie?
  10. Waarom vergadert het Europees Parlement afwisselend in Brussel en Straatsburg?
  11. Noem vijf andere Europese instellingen en beschrijf kort wat hun functie in Europa is.
  12. Noem twee situaties waarin een Nederlandse gemeente te maken kan krijgen met ‘Europa’?
  13. Welke drie belangrijke beleidsterreinen kent men in ‘Europa’?
  14. Waarin verschilt een ‘richtlijn’ van een ‘verordening’?
  15. Op welke manieren kun je als Nederlands burger invloed uitoefenen op wat in ‘Europa’ gebeurt?
  16. Hoe zou het komen dat niet iedereen in Nederland even positief is over ‘Europa’?
  17. Waarom wilde het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie? Kan dat ook?

     
Praktische weblinks 

  • europa.eu/index_nl.htm
    Dit is de officiële website van de Europese Unie. Hier vind je informatie over de instellingen en het beleid, nieuws, en toegang tot informatiebronnen.