Profiel van de Nederlandse overheid

Hoofdstuk 9

Vragen en opdrachten 

  1. Geef een omschrijving van de volgende begrippen:
    • algemeen bestuur
    • bestuurscommissie
    • traditionele organisatie
    • departementale of dienstenmodel
    • stadsprovincie
    • dualisme
    • monisme
        
  2. Wat wordt bedoeld met de ‘lagere overheden’?
  3. Hoe zijn globaal de taken verdeeld tussen de rijksoverheid, de provincies en de gemeenten?
  4. Met welke kernthema’s houden de provincies zich bezig?
  5. Hoe is het provinciaal bestuur samengesteld?
  6. Welke rol heeft de commissaris van de koning in de provincie?
  7. Waarom zijn veel provincies overgegaan van een meer ‘traditioneel organisatiemodel’ naar een ‘departementaal model’ of ‘dienstenmodel’?
  8. Welke taken heeft een provinciale griffie?
  9. Welke effecten heeft de dualisering voor de provincie gehad?
  10. Waarom staat het voortbestaan van de provincies telkens ter discussie?
  11. Noem twee voorbeelden waaruit blijkt dat de provinciale positie op dit moment wordt versterkt.

    
Praktische weblinks

  • www.ipo.nl
    Dit is de website van het Interprovinciaal Overleg, met bijvoorbeeld informatie over de organisatie van het IPO en over belangrijke provinciale beleidsdossiers.