Vragen en opdrachten
- Geef een omschrijving van de volgende begrippen:
- systeem
- input
- output
- black box
- indikking
- poortwachter
- doelgroep
- procesanalyse
- model
- Teken het werkmodel van het politieke systeemmodel en benoem alle elementen. Gebruik zowel de Nederlandstalige als de Engelstalige benamingen.
- Leg aan de hand van het systeemmodel uit wat ‘non-decision’ is.
- Noem twee plaatsen in het model waar ‘indikking’ plaatsvindt. Geef bij elk een voorbeeld.
- Wat is de relevantie van het systeemmodel voor de bestuurskunde?
- “Het veldproces is een autonoom keuzeproces.” Wat betekent deze uitspraak?
- Ben je het eens met de uitspraak uit vraag 6? Motiveer je antwoord.
- Waarom spelen bij veel organisaties de ‘contingentietheorie‘ en de ‘interorganisatietheorie’ een belangrijke rol?
- Wat houdt de ‘procesanalyse’ in? Probeer van een eigen voorbeeld een plattegrond te maken.
- Leg uit wat met het ‘beleidsveld’ bedoeld wordt.
- “De procesanalyse kan heel zinvol zijn voor het beschrijven van het beleidsveld.” Leg uit waarom deze stelling juist is.
- Geef aan waarom je jezelf moet beperken bij het beschrijven van veldprocessen.
- Leg uit waarom het systeemmodel en de procesanalyse elkaar kunnen aanvullen.