Profiel van de Nederlandse overheid

Hoofdstuk 7

Vragen en opdrachten 

  1. Geef een omschrijving van de volgende begrippen:
    • organisatie
    • organisatiecultuur
    • formele en informele organisatie
    • horizontale en verticale arbeidsverdeling
    • projectorganisatie
    • bureaucratie
    • netwerkorganisatie
    • zelfsturend team
        
  2. Wat is de functie van een ‘organogram’ of ‘organisatieschema’?
  3. Zoek een organisatieschema van een gemeente en geef daarbij aan of er sprake is van horizontale en verticale werkverdeling.
  4. Waarin verschillen de ‘lijnorganisatie’ en de ‘lijn-staforganisatie’ van elkaar?
  5. Wat is de rol van een staffunctionaris in een lijn-staforganisatie?
  6. Noem twee kenmerken van een projectorganisatie.
  7. Ben je het eens met de stelling “In een matrixorganisatie en in een lijn-functionele staforganisatie kunnen de medewerkers tegen dezelfde problemen aanlopen”?
  8. Wat is het verschil tussen een ‘netwerkorganisatie’ en ‘ketensamenwerking’?
  9. Waarom is de cultuur van een organisatie mogelijk van invloed op het beleid dat door die organisatie wordt opgesteld?
  10. In dit hoofdstuk worden vier verschillende organisatieculturen genoemd. Welke? Geef een beschrijving van elk.
  11. In welke cultuur zou je je het meest thuis voelen en waarom?
  12. Waarom komt bij overheidsorganisaties vaak een ‘rolcultuur’ voor?
  13. Welke kenmerken heeft een ‘bureaucratische organisatie’ volgens Weber?
  14. Hoe komt het dat bureaucratische organisaties vaak niet flexibel kunnen reageren op veranderingen in hun omgeving? Welke consequenties kan dit hebben voor zo’n organisatie?
  15. Wat is ‘bureaucratisme’?
  16. Geef zes kenmerken van projectmatig werken.
  17. Waarom is projectmatig werken bij de overheid buitengewoon lastig? Motiveer je antwoord.

  
Praktische weblinks