Volgende Hoofdstukken Start! Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 Hoofdstuk 6 Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 8 Hoofdstuk 9 Hoofdstuk 10 Hoofdstuk 11 Hoofdstuk 12 Hoofdstuk 13 Hoofdstuk 14 Hoofdstuk 15 Audio Uitspraakoefeningen Extra oefeningen Woorden trainen met Quizlet Oefening 1 Oefening 2 Oefening 3 Oefening 4 Oefening 5 Oefening 6 Oefening 7 Oefening 8 Oefening 9 Oefening 10 Oefening 1: werkwoorden type -am, -asz Vul de juiste vorm van nazywać en mieszkać in.Klik op 'hint' om een letter te kopen. De knop [?] toont het antwoord. Speciale tekens: ą ć ę ś 1. Gdzie ona [?] (mieszkać)?2. Jak się pani [?] (nazywać)?3. Oni [?] (mieszkać) w Eindhoven.4. On [?] (nazywać) się Kowalski5. (Ja) [?] (mieszkać) w Polsce.6. Czy (ty) [?] (nazywać) się Wojciechowski?7. Czy (wy) [?] (mieszkać) w Holandii?8. Jak (wy) się [?] (nazywać)?9. One nie [?] (mieszkać) w Enkhuizen.10. Nie, (ja) nie [?] (nazywać) się Podolski. controleer hint OK