Professionele autonomie in sociaal werk

Hoofdstuk 3

Verder lezen/kijken

 

3.1 Definities van discretionaire ruimte

Reflectievraag

In hoeverre ervaar jij handelingsruimte in je werk? En als je student bent: hoeveel ruimte vind je dat een sociaal werker mag nemen om zelfstandig en naar eigen inzicht het eigen handelen vorm te geven?

 

3.2 Denkers over discretionaire ruimte

Verder lezen en kijken

 

3.3 De anatomie van discretion

Reflectievraag

In de paragraaf over de anatomie van discretion staat: ‘Het kan immers niet zo zijn dat een professional handelt ten opzichte van de ander, als de argumenten of onderbouwing niet de gedeelde kennis of waarden bevatten die de ander kan navolgen of aanvaarden.’

Wat vind je van die uitspraak? Ben je het daarmee eens of niet? Wat is jouw opvatting hierover?

 

3.4 Discussie over de wenselijkheid van discretionaire ruimte

Opdrachten

Lees in paragraaf 3.2 nog eens het kader over het boerkaverbod, de reactie van de politie en de reactie daarop vanuit de politiek. Wat vind jij: mag een politieagent zelf beslissen of hij een specifieke situatie het verbod handhaaft of niet?

En mag de politie de stelling innemen dat zij beleid en wetgeving niet gaan handhaven?

Zit er volgens jou verschil tussen beide situaties? Welk verschil?

 

Lees in paragraaf 3.4 het stuk Grenzen aan de professionele autonomie nog een keer.

Ben je het met Mackor eens dat de handelingsruimte van professionals begrensd mag worden? Waarom wel of niet?

 

Reflectievraag

Heb je zelf vanuit je professionele rol wel eens buiten de beleidskaders gehandeld? Waarom was dat en hoe het de dat voor jezelf en anderen verantwoord?

 

3.5 Professionele handelingsruimte onder druk

Lees in paragraaf 3.5 het stuk Is beroepsontwikkeling zelf een bedreiging?

Ben jij van mening dat de beroepscode en richtlijnen je professionele autonomie beperken of juist vergroten? Waarom? Kun je een voorbeeld noemen waaruit dat blijkt?