Professionele autonomie in sociaal werk

Hoofdstuk 5

Frank woont in een woonvoorziening voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Door een hersenbloeding is het deel van de hersen dat normaal de remmingen en sociaal gedrag stuurt, beschadigd geraakt. De vrouw van Frank, Iris, komt een paar keer per week langs. Zij hoopt nog steeds dat Frank ooit naar huis kan. Dan vertelt Frank aan de staf dat hij een relatie heeft met een medebewoonster. Hij wil niet dat Iris het te weten komt. Het zou haar maar onnodig kwetsen. In eerste instantie gaat de staf in die wens mee. Ze hopen Frank te kunnen overtuigen dat hij beter eerlijk kan zijn over zijn nieuwe relatie. Maar Frank is dat niet van plan, volgens hem werkt het prima zo: iedereen blij. Voor de staf wordt het steeds moeilijker om met de situatie om te gaan.

Jij bent de persoonlijk begeleider van Frank. Je bewaakt zijn zorgplan, en bent ook de contactpersoon voor Iris. Samen met haar kijk je wat er nodig is om Frank weer thuis te laten komen. Die kans schat je zelf als minimaal in, maar tegelijkertijd wil je de hoop van Iris niet de grond in boren. Maar zelfs als Frank naar huis zou kunnen, zou hij het dan nog willen, nu hij een nieuwe relatie heeft? Het team oefent intussen steeds grote druk op je uit om Frank een ultimatum te stellen: of hij vertelt haar zelf over zijn relatie, of jij moet het doen. Het is respectloos om tegen Iris te blijven liegen.

Breng de betrokken bij de situatie in beeld.

Wat hebben de betrokkenen nodig, bezien vanuit jouw perspectief?

Hoe zou je – vanuit de relationele dimensie bezien – met deze situatie omgaan?

 

5.1 De cliënt

Cliëntenorganisaties
  • Zorgbelang: belangenorganisatie voor mensen die zorg nodig hebben
  • LOC Waardevolle zorg: belangenorganisatie voor cliëntenraden
  • MIND Platform: belangenbehartiging bij psychische problemen
  • Ieder(in): koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap, verstandelijke beperking of chronische ziekte

 

5.2 De werker

Reflectievraag

In dit hoofdstuk komt het belang van reflectie aan bod. Wat is voor jou de meerwaarde van reflectie? Welke inzichten heb je opgedaan door reflectie? Hoe reflecteer jij op je dagelijkse praktijk als werker of als student?

 

5.3 De professionele relatie

Verder kijken