Iemand bouwt een eenvoudige ‘spraakgenerator’ door een blaasbalg te koppelen aan een elastische buis die van vorm en grootte kan veranderen. Er komt nauwelijks geluid uit, en al helemaal geen spraak. Wat ontbreekt er hier?
een subglottaal systeem
een glottaal systeem
een supraglottaal systeem
(Zie het boek op blz. 36.)
Welk cijfer in de onderstaande figuur geeft de luchtpijp aan?
1
2
3
4
5
6
7
(Zie het boek op blz. 36.)
Welk cijfer in de onderstaande figuur geeft het middenrif aan?
1
2
3
4
5
6
7
(Zie het boek op blz. 36.)
Welk cijfer in de onderstaande figuur geeft de larynx aan?
1
2
3
4
5
6
7
(Zie het boek op blz. 38.)
Figuur 3.3 laat een zijaanzicht van de larynx zien. We kunnen de stembanden (2) dus eigenlijk niet zien. Welke onderdelen kunnen we zien als we de larynx van voren bekijken?
We zien dezelfde onderdelen als bij een zijaanzicht.
Het thyroïd, het cricoïd en de m. cricothyreoideus.
Alleen het thyroïd.
Het thyroïd, de arytenoïdbeentjes en het cricoïd.
(Zie het boek op blz. 40.)
Figuur 3.4 laat de stembanden zien in 3 verschillende standen. In welke van die drie standen trillen de stembanden nu eigenlijk?
stand a
stand b
stand c
stand b én stand c
(Zie het boek op blz. 44.)
Welke van de onderstaande handelingen heeft geen verhoging van de F0 tot gevolg?
Een operatie aan de stembanden waarin ze worden verkort.
Het verhogen van de subglottale druk.
Het omhoog brengen van de larynx in de keel.
Een operatie waarin de arytenoïdbeentjes dichter bij de voorwand van het thyroïd worden gezet.
(Zie het boek op blz. 46.)
Welke cijfers in de onderstaande figuur geven de bewegende delen aan die als parameters voor klankoppositie (in klinkers) functioneren? Oefen net zo lang tot je alle delen van de mond-keel-neusholte kunt benoemen.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
(Zie het boek op blz. 47.)
Figuur 3.10 toont een aantal spieren die aan de tong trekken om hem in bepaalde standen te zetten ten opzichte van de mondholte. Zij lopen van de tong naar een punt buiten de tong. Denk je dat er ook spieren zijn die alleen in de tong opereren?
Nee, de tong is een inert stuk weefsel waar alleen de aangehechte spieren aan kunnen trekken.
Ja, we kunnen de tong immers van vorm veranderen.
Nee, alleen de m. genioglossus loopt door tot in de tong.
Ja, de spieren die genoemd worden in figuur 3.10 zitten vast aan spieren in de tong, die de tong terug in de neutrale stand kunnen trekken.
(Zie het boek op blz. 48.)
Noem een voorbeeld van een gesloten klank in het Nederlands waarbij de tong in een hoge stand staat en het velum toch een lage positie inneemt.
een /t/
een /n/
een /m/
een /k/
(Zie het boek op blz. 50.)
Zenuwpulsen kunnen zich in de vorm van kleine elektrische spanningen vrijelijk door dendrieten en axonen voortbewegen. Een ander deel van de commandolijn van hersenen naar spraakorganen geleidt de pulsen op een heel andere manier. Welke van de onderstaande vier delen denk je dat dat is?
een cellichaam
het CNS
de m. genioglossus
een synaps
(Zie het boek op blz. 51.)
Iemand spreekt een /s/ uit. Welke van de vier onderstaande weefsels denk je dat hier niet bij betrokken wordt?
een axon in een afferente zenuw
een spierspoeltje in de m. styloglossus
een dendriet in de hersenstam
een eindplaatje op de m. palatoglossus
(Zie het boek op blz. 53.)
Hieronder worden nog enkele verschillen genoemd tussen de spraakkanalen van volwassenen en zuigelingen. Een ervan maakt de productie van bepaalde spraakklanken onmogelijk voor zuigelingen. Welke?