Hieronder staan vier externe factoren die het spraakgeluid kunnen beïnvloeden. Welke hoort in het rijtje niet thuis?
verkoudheid
dronkenschap
met volle mond praten
roken
(Zie het boek op blz. 178.)
Hoeveel tract variables zitten er in de gestural score van de uiting in figuur 9.2? Bestudeer het schema in figuur 9.3 voordat je antwoord geeft.
1
2
3
4
(Zie het boek op blz. 179-180.)
Stel je figuur 9.4 voor zonder gewicht aan het haakje. De veer is niet uitgerekt en de demper zit helemaal in de cilinder geschoven. Nu hangen we een gewicht aan het haakje. Er gebeurt niets. Wat is er aan de hand?
M × a is kleiner dan b × v en k × (X − X0) samen.
M × a is groter dan b × v en k × (X − X0) samen.
M × a en b × v zijn samen kleiner dan k × (X − X0).
M × a en b × v zijn samen groter dan k × (X − X0).
(Zie het boek op blz. 181.)
Wat gebeurt er met X0 als we resetten?
X0 blijft gelijk.
X0 krijgt een andere waarde.
X0 wordt 0.
X0 wordt gelijk aan X.
(Zie het boek op blz. 183.)
Figuur 9.7 laat zien dat finale lettergrepen langer duren omdat de articulatoren langzamer bewegen, en dat beklemtoonde lettergrepen langer duren omdat er een extremere doelwaarde bereikt moet worden. Hoe denk je dat een plaatje voor een finale beklemtoonde lettergreep eruit zal zien?
Identiek aan het linker plaatje in figuur 9.7.
Identiek aan het rechter plaatje in figuur 9.7.
Als het linker plaatje in figuur 9.7 maar de pieken van de getrokken lijn en de stippellijn liggen verder uit elkaar.
Als het linker plaatje in figuur 9.7 maar de piek van de getrokken lijn ligt hoger dan die van de stippellijn.
(Zie het boek op blz. 188.)
Wat is in figuur 9.9 bij benadering de neutrale tongstand voor een /ə/?
15 mm
16 mm
17 mm
(Zie het boek op blz. 188.)
In het Nederlandse woord kam gaat het velum al tijdens de klinker open, waardoor deze aan het eind een nasaal karakter krijgt. Is dit coarticulatie en zo ja, is de coarticulatie dan progressief of regressief?
nee
ja, regressief
ja, progressief
(Zie het boek op blz. 190.)
Het look-aheadmodel en het time-lockingmodel voorspellen meestal verschillende tijdstippen voor de aanvang van anticiperende coarticulatie. Het punt dat door het time-lockingmodel wordt voorspeld, komt meestal later dan het punt dat door het look-aheadmodel wordt voorspeld. Voor welke van de onderstaande uitingen denk je dat het verschil tussen deze twee tijdstippen het grootst is?
/ifiku/
/itu/
/ifsku/
/ifsu/
(Zie het boek op blz. 193.)
Hieronder staan vier coarticulatiebewegingen in de stijl van het windowmodel uit figuur 9.11. Welke hoort bij de uiting [olstu]?
A
B
C
D
(Zie het boek op blz. 196.)
In het Russisch wordt de uiting iz Mcenska (uit Minsk) uitgesproken als [ismtsenska]. Welk feature assimileert hier en wat is daar bijzonder aan?
[stem], assimilatie gaat over de /m/ heen.
[alveolair], assimilatie gaat over de /m/ heen.
[stem], de assimilatie is regressief.
[alveolair], de assimilatie is regressief.
(Zie het boek op blz. 198.)
Als we de twee plaatjes in figuur 9.13 omdraaien, maar niet de tekst erboven, welk mechanisme schetsen we dan?
regressieve assimilatie van [−K] van Sx naar So
progressieve assimilatie van [−K] van Sx naar So
regressieve coarticulatie van [−K] van Sx naar So
progressieve coarticulatie van [−K] van Sx naar So
(Zie het boek op blz. 201.)
In het Engelse werkwoord (to) keep (houden) [kiːp] krijgt de /k/ heel vaak een secondaire articulatie. Welke denk je dat dat zal zijn?
velarisatie
labiodentalisatie
palatalisatie
labialisatie
(Zie het boek op blz. 202.)
In welke van de onderstaande woorden kan géén elisie plaatsvinden?
ophaal
lichtkogel
opgang
tegenzet
(Zie het boek op blz. 204.)
Wat gebeurt er met de eerste twee formanten bij spectrale reductie?
De waarde van de F1 blijft gelijk of wordt lager; de waarde van de F2 blijft gelijk of wordt hoger.
De waarden van de eerste twee formanten worden lager.
De waarden van de eerste twee formanten gaan (iets) dichter naar ongeveer 300 Hz en 1400 Hz.
De waarden van de eerste twee formanten blijven gelijk.